Jonge woonwagenbewoners voelen zich gediscrimineerd door gemeenten die een uitsterfbeleid hanteren. Het uitsterfbeleid wil zeggen: het afbouwen van woonwagenstandplaatsen. In twee weken heeft de Nationale Ombudsman daar 90 klachten over ontvangen.
"Niet iedere gemeente lijkt zich ervan bewust dat wonen in een woonwagen essentieel onderdeel van de cultuur van bewoners is", zegt ombudsman Van Zutphen. Hij onderzoekt daarom of gemeenten de rechten van woonwagenbewoners voldoende beschermen.
In veel gemeenten moeten jonge woonwagenbewoners gedwongen in een huis of bij hun ouders in de wagen blijven wonen, doordat er nauwelijks nieuwe standplaatsen bijkomen. In sommige gemeenten zijn standplaatsen zelfs helemaal opgeheven, zoals in Uden.
Tonny van 24 nam ons mee naar de plek waar hij opgroeide.
De gemeente Uden reageert per mail op Tonny's verhaal. "We hebben de bewoners gevraagd vrijwillig te verhuizen naar een sociale huurwoning. Hierdoor is de locatie beschikbaar gekomen voor andere doeleinden, zoals een park of woningbouw." Volgens Tonny waren hij en zijn familie het liefst in een woonwagen blijven wonen, maar werd hen die optie niet geboden.
Waarom willen jonge woonwagenbewoners eigenlijk zo graag in zo'n wagen wonen? "Dat is moeilijk te omschrijven aan iemand uit de burgermaatschappij", zegt Joanna (22) uit Haarlem. "Ik woon hier samen met mijn moeder en mijn oma en overgrootmoeder zijn mijn buren. Iedereen zorgt voor elkaar. Maar het zit hem ook in de traditie. Van vroeger uit zijn we reizigers die met hun wagen van kamp naar kamp trekken. Nu hebben we een vaste standplaats, maar het gevoel van vrijheid is er nog steeds."
Joanna zou het liefst zelfstandig wonen. Ze hoopt de standplaats van haar overgrootmoeder over te nemen als zij overlijdt, maar is bang dat de gemeente daar een stokje voor steekt.
De gemeente Haarlem geeft toe dat er voor jonge woonwagenbewoners nauwelijks plek is. "Er komt één standplaats per jaar vrij", laat een woordvoerder weten. "Wij voegen er geen nieuwe plekken aan toe, want we zien deze jongeren niet als speciale categorie om te huisvesten."
Joanna denkt dat veel gemeenten het kamp liever kwijt zijn dan rijk. "Misschien omdat ze denken dat het een crimineel bolwerk is." Dat beeld is volgens de Haarlemse te eenzijdig. "Natuurlijk zitten er foute types tussen, maar die zie je ook in een woonwijk."
Als het zo doorgaat is er over tien jaar niets meer over.
Ook volgens Tonny bestaan er veel vooroordelen over woonwagenbewoners. "Witwassen, drugshandel, drugsverslaving. Daar worden we allemaal op aangekeken, terwijl lang niet iedereen er mee te maken heeft." Hij ziet de toekomst van woonwagenbewoners somber in. "Als het zo doorgaat, is er over tien jaar niets van de cultuur over."
De ombudsman is in gesprek met een aantal gemeenten. In maart 2017 verschijnt een rapport met aanbevelingen aan de Nederlandse overheid.