Vandaag op Wereld Aids Dag wordt er wereldwijd stilgestaan bij de aidsproblematiek. En dat is nodig: er zijn in Europa meer nieuwe hiv-infecties dan ooit bij gekomen. Vooral in Oekraïne, waar de epidemie sneller groeit dan waar ook ter wereld.
Maar er is ook positief nieuws: het aantal nieuwe hiv-infecties neemt in Nederland juist af. "We hebben het over een honderdtal minder elk jaar", zegt Anna Nijsters, woordvoerder van het Aidsfonds.
In totaal waren er in 2015 in Nederland 23.000 mensen met hiv. Daarvan zijn er 346 tussen de 18 en 24 jaar. "Maar als je iets ouder bent, ben je vaak actiever op seksueel gebied", zegt Anna Nijsters van het Aidsfonds. Dat zie je in de cijfers: van de mensen tussen de 25 tot 34 jaar hebben 2289 mensen hiv.
Hoe komt het dat het zo goed gaat?
Het Nederlandse beleid is om schone naalden en spuiten uit te delen aan drugsgebruikers, met name aan heroïnespuiters. Zo kan er geen infectie doorgegeven worden via het bloed. "Aan sekswerkers worden condooms uitgedeeld en voorlichting gegeven. Ook homomannen krijgen informatie over veilig vrijen en hoe je jezelf kunt beschermen tegen een hiv-infectie", zegt Nijsters.
Dat we zo direct onze risicogroepen aanspreken wordt weleens de 'Dutch approach' genoemd in het buitenland. "En daar mogen we trots op zijn."
Maar de afname van het aantal hiv-infecties gaat volgens het Aidsfonds veel te langzaam. "In een land met zo'n goede gezondheidszorg moet het toch lukken om dat sneller naar beneden te krijgen", zegt Nijsters. Nog steeds krijgen elke week 1 tot 2 jongeren te horen dat ze hiv hebben, berekende de Stichting Hiv-monitoring.
De belangrijkste oplossing om dat aantal snel naar beneden te krijgen, is volgens het Aidsfonds de hiv-preventiepil Prep. Dat is een pil die je elke dag moet slikken, zoals anticonceptie, en voorkomt dat je een hiv-infectie oploopt. "Die pil is al jaren beschikbaar in Amerika, Frankrijk en Noorwegen en die moet in Nederland ook vergoed worden, zodat de mensen die denken dat ze risico lopen op hiv zich kunnen beschermen."
Daarnaast is volgens het Aidsfonds voorlichting heel belangrijk, zoals Anne Hamers (27) die geeft. Ze heeft zelf hiv en besloot voorlichting te geven, omdat weinig leeftijdsgenoten dat doen. "Iemand die zijn eigen verhaal vertelt, maakt veel meer indruk dan een les uit een boek."
In het begin had ze moeite haar verhaal te doen. "Elke keer kwam het verdriet weer naar boven, van toen ik het voor het eerst te horen kreeg."
Inmiddels vertelt ze al elf jaar aan jongeren hoe ze zelf op haar zestiende na haar eerste keer seks hiv opliep. Dat doet ze bijvoorbeeld op mbo's. Tijdens zo'n les gaat ze in gesprek met de scholieren en studenten. Als Anne aan het woord is, "is het ineens muisstil" in de klas.
Ze is gechoqueerd door de vragen die de scholieren stellen. "Deze jongeren hebben seks en hebben geen idee waar ze mee bezig zijn en lopen dus veel risico."
Minder gratis testen
Hoe sneller je weet dat je hiv hebt, hoe sneller je een behandeling kan starten. Sinds 2015 hanteren GGD's strengere regels voor gratis soa-testen. Alleen als je jonger bent dan 25 of in een risicogroep valt, kan je je gratis laten testen.
Daar maakt het Aidsfonds zich zorgen om. "Je hebt waarschijnlijk tegenwoordig meer mensen die ermee blijven rondlopen en zich pas melden als ze echt ziek zijn", zegt Nijsters.
Anne denkt dat daardoor ook meer hiv-infecties doorgegeven worden. "Een probleem dat steeds kleiner werd, ga je op deze manier veel groter maken."
"Omdat we zien dat jongeren zich minder laten testen, halen ze vaak een test online, maar de meeste zijn onbetrouwbaar", stelt Nijsters.
Daarom wordt in januari de online testwijzer gelanceerd. Hiermee helpen we mensen een keuze te maken en geven we ze meteen voorlichting en hulp.