Een 8 is een lekker gemiddeld eindcijfer op je diploma. Maar 't wordt nóg beter als blijkt dat je medestudenten allemaal een 6 hebben gescoord. Vanaf 2017 is dat te checken: alle universiteiten gaan vanaf dan ook relatieve eindcijfers op diploma's zetten.
Een aantal universiteiten doet dat nu al, omdat buitenlandse universiteiten en werkgevers daar om vragen. Maar universiteiten hanteren verschillende berekeningen, waardoor de cijfers alsnog niet echt te vergelijken zijn.
Daarom gaan nu alle Nederlandse universiteiten hetzelfde systeem gebruiken: het ECTS grading tables-systeem. Je kan straks zien hoeveel mensen een bepaald eindcijfer hadden. En dat ziet er bijvoorbeeld zo uit:
Wageningen University gebruikt dit systeem al jaren om te bepalen hoeveel een cijfer nou echt waard is. "Het poetst de verschillen in cijfercultuur weg", zegt beleidsmedewerker Fred Jonker. "Je ziet per opleiding of universiteit terug of er ruim gecijferd wordt of niet, waardoor je ze op een eerlijke manier kan vergelijken."
Voor buitenlanders is de schaal die wij gebruiken, van 1 tot 10, niet altijd goed te begrijpen."Aan een Nederlander krijg je wel uitgelegd dat een 8 een hoog cijfer is", zegt Jonker. "Maar in het buitenland is het al heel snel: je hebt máár een 8 gehaald."
Nederland cijfert dus zuinig, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Italië. Een Nederlandse 8 wordt volgens Jonker daardoor in het buitenland niet altijd helemaal op waarde geschat. Daar kan het nieuwe systeem bij helpen, vooral bij mensen die in het buitenland willen promoveren: "Als je kan aantonen dat je bij de beste afgestudeerden hoort, kan dat het verschil maken of je een plek wel of niet krijgt."
Universiteiten mogen zelf weten op basis van welke groep ze de relatieve cijfers berekenen. Het kan dus zijn dat je cijfers worden vergeleken met die op je opleiding, de faculteit of zelfs de hele universiteit. Uiteindelijk is het de bedoeling dat alle universiteiten in Europa dit systeem gaan gebruiken.