De tiny house-movement wordt steeds populairder in Zweden. Wonen op zo'n twintig vierkante meter of minder is goedkoop en maakt het leven eenvoudig. Een aantal studenten leert daarom op school hoe je zelf zo'n huisje bouwt.
Een jaar geleden had de 22-jarige Elin Löfgren je voor gek verklaard als je haar had verteld dat ze een woning zou bouwen. Als voormalig bejaardenverzorgster weet ze van aanpakken, maar haar bouwervaring bleef beperkt tot Legopakketten.
Nu kijkt ze stralend uit het raam van haar huisje 'De Hazelnoot', een woning van acht vierkante meter, met een benedenverdieping en een eerste verdieping. Er kunnen vier mensen in slapen. Elin: "De opleiding heeft me zelfvertrouwen gegeven: nu weet ik dat ik het kan."
De tiny house-movement ontstond oorspronkelijk in de Verenigde Staten, als reactie op de financiële crisis, overconsumptie en weggooi-cultuur. De afgelopen jaren breidde de beweging zich naar Zweden uit, waar de eerste tiny dorpjes zijn opgericht. De populariteit van de beweging heeft te maken met de stijgende huizenprijzen en de krapte op de Zweedse woningmarkt.
Maar het enthousiasme voor klein wonen is meer dan dat. "Mensen ontdekken dat klein wonen gepaard kan gaan met een hoge levenskwaliteit", zegt Torsten Ottesjö, een docent in Vaxjö, in het zuiden van Zweden. Ottesjö is gespecialiseerd in kleine huisjes en won prijzen met zijn ontwerp.
De opleiding in Vaxjö is parttime en er worden uitsluitend gerecyclede bouwmaterialen gebruikt. De deelnemers komen zes keer een week bij elkaar om aan hun huis te bouwen. Bij aanvang worden ze in groepen verdeeld, afhankelijk van hun ideeën en het soort huisje dat ze willen maken.
"Soms wordt het slaande ruzie of beginnen ze allemaal als einzelgängers te bouwen. Maar je bent genoodzaakt om met elkaar te overleggen." Het is een leerproces voor de studenten. Maar uiteindelijk haalt bijna iedereen de eindstreep en staan drie huisjes van elk zo’n tien vierkante meter klaar om geveild te worden. De hoop is dat ze zo’n 4000 euro per stuk opbrengen: de kosten van de bouwmaterialen.
De deelnemers vormen een gemengde groep. Maar allemaal willen ze hun eigen mini-huisje bouwen, dat op een droomplek zetten en één zijn met de natuur. Ruimte is er genoeg in het uitgestrekte Zweden en een stukje grond is goedkoop.
Robin Kammerland wil leren hoe hij zo'n huisje voor zijn gezin bouwt. Hij houdt van zeilen en wil direct uit zijn huisje in een bootje kunnen stappen. Het huisje dat hij samen met zijn teamgenoten heeft gebouwd, heet 'De Golf'.