Waterige ogen, een trillende stem en een aaneenschakeling van retorische hoogstandjes: de Amerikanen verstaan de kunst van het speechen. Dat laten ze ook deze week weer zien bij de Democratische conventie in Philadelphia. Waarom zijn Amerikaanse politieke figuren er zo goed in? En waarom lijken Nederlandse politici er minder van te bakken?
"In Nederland maken we niet zo'n groot circus van onze politiek", laat hoogleraar Journalistiek en Nieuwe Media Jaap de Jong weten. Hij is gespecialiseerd in retorica, de leer van het spreken in het openbaar. "Politieke speeches zijn in de VS een enorm spektakel, een soort Oscar-verkiezingen. Zij vieren het feest van de democratie uitbundiger dan wij."
Niet alleen de aankleding, ook de focus van politieke campagnes verklaart waarom Amerikaanse speeches vaak meer indruk maken. "In Nederland staan de partij en het partijprogramma centraal. In de VS draait het meer om de persoon en zijn of haar geloofwaardigheid. Daar wordt veel werk van gemaakt bij de presidentsverkiezingen. Wie is de persoon die je mogelijk voor vier jaar de macht geeft? Uit wat voor nest komt hij of zij? Dat persoonlijke zie je terug in de speeches."
Toespraken waarin wordt gerefereerd aan familieleden of iemands achtergrond zijn in de VS dan ook geen uitzondering. Zo sprak Hillary Clinton in haar acceptatiespeech over de Amerikaanse middenklasse waarin ze is opgegroeid.
Nog persoonlijker was de speech van Michelle Obama eerder deze week. Zij sprak over haar dochters als "twee prachtige, intelligente, zwarte vrouwen" in een toespraak die wereldwijd werd bejubeld.
Dat kunnen we ons in Nederland moeilijk voorstellen. "In een campagnefilmpje voor de verkiezingen van 2012 liet Diederik Samsom beelden zien van zijn gezin, maar dat is echt ongebruikelijk", zegt De Jong. "De meeste partijleiders proberen hun gezin juist buiten beeld te houden."
'Ik heb een droom'
Ook voormalig speechschrijver Thijs Kleinpaste vond het optreden van Michelle Obama sterk omdat ze het persoonlijk maakte. "Je kan zo'n toespraak niet overbrengen als je er niets van jezelf in gereflecteerd ziet."
Kleinpaste was 24 jaar toen hij speeches schreef voor de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans. Volgens hem hebben de Amerikanen een verder ontwikkelde cultuur van public speaking. "Op middelbare scholen wordt er veel aandacht aan besteed. Amerikanen leren al op jonge leeftijd presenteren en debatteren."
En dan is er nog het verschil in taal. "Ik weet niet of het waar is, maar ik heb altijd gedacht dat de Engelse taal zich beter leent om emotie op te roepen. De speeches waarin Timmermans het vurigst spreekt, zijn ook in het Engels."
Dat hoor je terug in de vertaling. "De Volkskrant vertaalde laatst een toespraak van Donald Trump. In het Nederlands klinkt dat nog net wat belachelijker dan in het Engels. Misschien is onze taal minder geschikt voor grote emoties. I have a dream klinkt toch anders dan "ik heb een droom".