Een studie kiezen: dat hoef je sinds vorig jaar niet meer helemaal alleen te doen. In mei 2015 werd de verplichte studiekeuzecheck ingevoerd, om uitval in het eerste jaar terug te dringen. Alleen doen universiteiten en hogescholen dat ieder op hun eigen manier en sommige doen het niet goed genoeg, vinden studentenorganisaties en de politiek.
En dus komen ze vandaag met een tienpuntenplan: een betere studiekeuzecheck. Daarin staat bijvoorbeeld dat alleen gekwalificeerde docenten leerlingen loopbaanbegeleiding mogen geven en dat per vak duidelijk moet worden wat je ermee kan. Je natuurkundeleraar kan bijvoorbeeld een ingenieur uitnodigen om uit te leggen waar het vak goed voor is.
Al die maatregelen moeten het gat tussen de middelbare school en het hoger onderwijs kleiner maken. Wat betekent dat concreet voor jou als je een studie moet gaan kiezen? Wij leggen het je hieronder in anderhalve minuut uit.
Jan Sinnige van het ISO benadrukt dat de uitkomst van de studiekeuzecheck niet bindend is: "Het mag geen verkapte vorm van selectie zijn. Je hebt het recht om de studie te kiezen die je wil."
Matchingsdag
Eva Thielen (21) kreeg een matchingsdag met verschillende opdrachten, maar die heeft er al een studie op zitten. Dit voelde voor haar dus een beetje dubbel. Ze start in september met Taal- en Cultuurstudies aan Universiteit Utrecht (UU). "De matchingsdag is te veel op scholieren ingericht. Voor mij is m'n vwo vier jaar geleden, dus dan sluit zo'n dag minder goed aan. Ik weet ook al wat de opleiding inhoudt. Het is jammer dat ze iedereen op één hoop gooien."
Een matchingsdag hoefde voor Eva dus niet per se. "Ik kwam eerst ook niet gemotiveerd over. Ik moest een paar maanden eerder een vragenlijst invullen bij Studielink, maar die antwoorden sloten niet meer aan met hoe ik tijdens de matchingsdag over de studie dacht. Eerst was ik nog een beetje aan het twijfelen, maar ik had uiteindelijk zelf al de knoop doorgehakt."
Toch is Universiteit Utrecht volgens Jan Sinnige van het ISO een voorbeeld als het gaat om de studiekeuzecheck. "De studiekeuzecheck werkt twee kanten op. De opleiding kijkt niet alleen of de student geschikt is, maar de toekomstige student krijgt ook een goed beeld van wat hem of haar te wachten staat."
De UU geeft de toekomstige studenten interactieve colleges, huiswerk en een toets met een cijfer/resultaat. Ook kunnen studenten in een gesprek feedback krijgen op hun studiekeuze.
Eva kan zich zeker ook wel voorstellen dat het voor scholieren fijn is om een dag bij de opleiding rond te lopen en mee te doen met werkgroepen. "Ik zag wel dat hun ogen echt werden geopend. Taal- en Cultuurstudies is ook een studie waar veel mensen zich voor inschrijven als ze niet weten wat ze moeten kiezen."
Op de Universiteit Utrecht begonnen ze in 2014 al met de studiecheck - een jaar eerder dan de rest. Volgens woordvoerder Michelle Jansen zijn de resultaten positief. "We zien dat het werkt. Toen we begonnen, was de uitval in het eerste jaar 31 procent, inmiddels is dat 23 procent." De UU is daarom ook niet van plan om het programma te wijzigen. "Het werkt goed zoals het nu gaat, maar als het van de wet moet, dan doen we dat."
De opleiding nabootsen
Volgens Jansen is het niet de bedoeling om vooraf te selecteren. "Tijdens de check proberen we zo realistisch mogelijk het eerste jaar van de studie na te bootsen. Wie de check doorloopt, krijgt huiswerk mee en volgt hoorcolleges en een werkgroep. Daarna krijgen ze te horen hoe ze het gedaan hebben, en of ze een positief advies krijgen." Aanwezig zijn is al voldoende - zelfs met een negatief advies mag je je inschrijven voor de studie. "We gaan er vanuit dat aankomende studenten serieus meedoen. Het is immers voor henzelf."
Het bezwaar van Eva, die vond dat de studiekeuzecheck vooral is gericht op scholieren, vindt de woordvoerder niet terecht. "Iedereen die bij ons begint, komt in dezelfde werkgroepen terecht en volgt dezelfde colleges. Met de studiekeuzecheck worden ze klaargestoomd."