Een jongen in een instelling van jeugdzorg

18e verjaardag een groot feest? 'Niet voor jongeren in jeugdzorg'

Jongeren die uit de jeugdzorg komen hebben in hun volwassen leven vaker een uitkering, blijkt uit cijfers van het Centraal Planbureau (CPB). Dat is op zichzelf misschien niet zo verrassend, maar wie deze mensen zijn en waar ze mee worstelen wordt uit deze cijfers niet duidelijk. Wij spraken iemand die in de jeugdzorg zat en op zijn achttiende een uitkering aanvroeg.

Dennie Kruizenga (26) werd als 12-jarige uit huis geplaatst en in een internaat ondergebracht onder toezicht van Jeugdzorg. Toen hij een paar jaar later een gym-ongeluk kreeg, hield hij blijvende schade aan zijn been over. "Ik werd niet meteen goed behandeld en sindsdien ben ik arbeidsongeschikt."

Op zijn achttiende stopte de hulp van Jeugdzorg en vanwege de schade aan zijn been kon hij niet werken. Daarom vroeg hij een Wajong-uitkering aan. "Ik werd aan mijn lot overgelaten, niemand heeft mij geleerd hoe ik mijn geldzaken moet regelen. Als je 18 bent, ben je nog niet volwassen genoeg om met een uitkering om te kunnen gaan en er was niemand die me hierbij hielp."

Je belandt in een gat als de jeugdzorg wegvalt.

Dennie Kruizenga

Dennie is nog steeds financieel afhankelijk van de Wajong-uitkering en de bijstand omdat hij arbeidsongeschikt is. Volgens Dennie is de nazorg voor jongeren die uit de jeugdzorg komen slecht. "Je belandt in een gat nadat de jeugdzorg is weggevallen. Je moet het allemaal zelf oplossen vanaf je achttiende."

Verantwoordelijkheid

Janette Reukers, woordvoerder van Jeugdzorg, zegt dat de verantwoordelijkheid voor jongeren die uit de jeugdzorg komen op hun achttiende bij de gemeenten ligt. "De gemeenten maken keuzes over de overgang van deze mensen van jongeren naar jongvolwassen. Zij kunnen eventueel lokale hulporganisaties inschakelen."

Ook zijn de jongeren zelf deels verantwoordelijk voor de hulp die ze ontvangen vanaf hun achttiende. "Als jongeren zeggen geen hulp meer nodig te hebben dan is er geen toezicht meer. Dan ligt de verantwoordelijkheid dus ook bij de jongere om aan de bel te trekken bij de gemeente als ze bijvoorbeeld hulp nodig hebben bij het vinden van werk, een opleiding of het regelen van financiën", zegt Reukers.

Beter luisteren is de oplossing volgens Annemiek Harder

Wat kan er gedaan worden?

Hoe voorkom je nou dat mensen in een gat vallen? Het CPB oppert dat er beter moet worden samengewerkt. Mensen in de jeugdzorg gebruiken vaak meerdere types zorg. Het CPB denkt dat regionale samenwerking helpt (jongeren verhuizen soms naar een andere gemeente) en dat gemeenten meer moeten samenwerken met plaatselijk (speciaal) onderwijs.

Universitair docent orthopedagogiek Annemiek Harder is het niet eens met het advies voor meer samenwerking. "Dan worden dingen sneller bij anderen neergelegd en is er een minder groot verantwoordelijkheidsgevoel bij één persoon of organisatie."

Het is een doelgroep die de hulpverlening vaak zat is en blij is hun eigen gang te kunnen gaan na jaren van hulpverlening.

Annemiek Harder, hoogleraar orthopedagogiek

"Jongeren hebben ook ná hun achttiende nog steeds behoefte aan begeleiding bij het vinden van werk, een huis of geldzaken", zegt Harder. "Maar het is een doelgroep die de hulpverlening vaak zat is. Ze zijn blij dat ze hun eigen gang kunnen gaan na jaren van hulpverlening."

Dus is het volgens Harder belangrijk om voor de achttiende verjaardag goed te praten over hoe het daarna verder moet. "Hulpverleners moeten luisteren naar de behoeftes van jongeren. Maar uit mijn eigen onderzoek blijkt dat zij dat niet altijd goed genoeg doen. Als hulpverleners beter luisteren naar deze jongeren zullen zij het ook sneller aangeven als ze hulp nodig hebben."

Deel artikel: