Agenten hebben vorig jaar 47 keer gericht geschoten op een verdachte. Uit cijfers van de politie blijkt verder dat ze 54 waarschuwingsschoten losten en 213 keer dreigden hun wapen te trekken.
Gisteravond schoot de politie in Schiedam een verdachte dood in het Beatrixpark. En afgelopen weekend werd een man bij zijn aanhouding in Zoetermeer neergeschoten. Wanneer mag een agent eigenlijk gericht schieten op een verdachte?
In de ambtsinstructie voor de politie staat precies beschreven wat wel en niet mag. Hoe dat in de praktijk wordt gebracht, leren agenten tijdens hun opleiding op de Politieacademie. Wij bezochten de locatie in Drachten.
De keuze om het dienstpistool te trekken en gericht te schieten, verschilt per situatie. "Als een verdachte op afstand met een mes staat te zwaaien, dan hoef je misschien nog niks te doen", zegt docent gevaarsbeheersing Francie Marinussen van de Politiecademie. "Dan kun je het soms oplossen door alleen te praten."
Maar er zijn ook situaties waarbij een verdachte meteen een vuurwapen trekt en begint te schieten. "Dan mag je op de romp richten", zegt Marinussen. "Omdat er dan direct gevaar is voor jou en omstanders. En dat gevaar moet meteen stoppen."
Volgens Marinussen hoeft een agent dan niet op de benen te mikken, omdat de kans groot is dat de verdachte met het vuurwapen nog 'handelingsbekwaam' blijft. En dus door kan gaan met schieten.
Zodra de verdachte is neergeschoten, moet de agent meteen omschakelen. "Het is niet de bedoeling iemand van het leven te beroven", legt Marinussen uit. "We willen de verdachte kunnen bevragen en hem een eerlijk rechtsproces kunnen aanbieden."
Als een verdachte is geraakt en is uitgeschakeld door een politiekogel, worden de agenten daarom meteen hulpverlener. Als het nodig is, zullen ze de verdachte reanimeren totdat de ambulance arriveert. Daarna moet de Rijksrecherche onderzoeken of de agenten volgens de ambtsinstructie hebben gehandeld.
