'Er lopen geen kneusjes-docenten rond op de universiteit'

Deze week in het nieuws: onderzoek zou zo veel aandacht krijgen op de uni's, dat de kwaliteit van colleges achterblijft. Minister Bussemaker erkende die problemen en wil dat er weer een balans komt tussen onderwijs en onderzoek. Ook universiteits- en studentenorganisaties denken er zo over. Maar er is ook kritiek.

Er werden veertien topdocenten geïnterviewd door onderzoeksbureau Goudsteen en Company. Jos Joosten, hoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen, vindt dat die interviews te veel als onderzoek zijn gepresenteerd in de media. Hij noemt de resultaten "een selectie van toevallige opinies" en "flauwekul".

Vooral de geopperde 30 procent die 'slecht zou lesgeven' schiet Joosten in het verkeerde keelgat. "Ik geloof best, zeker als collega's minder succes hebben met onderzoeksaanvragen, dat er hier en daar wat chagrijn is. Maar dertig procent slecht? Daar geloof ik niet in."

Dat er kneusjes en lapzwansen lesgeven, dat herken ik niet.

Jos Joosten

Joosten wijst op onderwijsvisitaties, de mogelijkheid van commissies om in te grijpen en studentevaluaties die 'bij bijna elk college' worden ingevuld. "Als een docent of college niet deugt, val je zo door de mand. Er zijn gewoon wettelijke richtlijnen voor. Kwaliteit van onderwijs is aan alle kanten dichtgetimmerd."

Er is volgens Joosten een onterecht beeld ontstaan van uni's waar kneusjes rondlopen en waar niemand iets doet, omdat ze alleen onderzoek willen doen. Wel erkent hij dat op universiteiten meer aanzien is voor toponderzoekers dan topdocenten.

"Onderzoekers die een grote, prestigieuze onderzoekssubsidie binnenhalen, zijn toch een beetje haantje de voorste. Bij onderwijs heb je toch een beetje het idee van: ja, je bent docent. Maar het is flauwekul dat onderwijs er daardoor een beetje bij bungelt. Dat er kneusjes en lapzwansen lesgeven, herken ik echt niet."

De andere vragen in het onderzoek zijn veel relevanter.

Peter Langerak

Peter Langerak, die de interviews namens Goudsteen en Company afnam, is verbaasd over de kritiek. "We vonden het stellen van de vraag van belang, omdat het iets zegt over de werkomgeving. We hebben geen onderzoek gedaan naar slechte docenten, dat maken anderen ervan. Wij wilden het hebben over topdocenten. Niet meer, niet minder. Andere vragen in het onderzoek zijn relevanter."

Joosten kan niet veel met de aanbevelingen uit het onderzoek. "Een van de aanbevelingen was om binnen promotieonderzoek ook aandacht te besteden aan de onderwijstaken. Dan heb je geen idee hoe het op een universiteit werkt. Als je aan je proefschrift werkt, kun je onderwijs er hooguit bijdoen als een extra'tje."

Gaat het een keer over onderwijs, wordt er weer gesproken over onderzoek.

Peter Langerak

Langerak zegt dat 80 tot 90 procent van de reacties positief is. "De reacties komen van zeer ervaren wetenschappers. Een ander deel komt van wetenschappers die als Pavlov-reactie hebben dat ze kijken naar de methode: is die wel kwantitatief? Dat hebben we helemaal nooit gesteld. Gaat het een keer over onderwijs, wordt er weer gesproken over onderzoek."

Langerak: "Dan hoor je: hoe kun je nou een steekproef doen op veertien mensen? Dat hebben we niet gedaan. Het is een verkennend, beschrijvend onderzoek, omdat er nog maar zo weinig over bekend is. Met niet zomaar mensen, maar topdocenten."

Hij heeft het gevoel dat hij met zijn resultaten de vinger op de zere plek heeft gelegd. "Het geeft aan dat het een heel hardnekkig probleem is binnen de universitaire cultuur."

Je moet op minstens twee manieren hoogleraar kunnen worden.

Meindert Flikkema

Meindert Flikkema van de Vrije Universiteit in Amsterdam werd vier keer uitgeroepen tot Docent van het Jaar. Hij laat een waardeoordeel over het onderzoek liever over aan anderen. Wel heeft Langerak volgens hem een terecht thema aangestipt.

Betekenisvol onderwijs

In de top van universiteiten moet besloten worden dat ze het anders gaan doen, vindt Flikkema. "Je moet op minstens twee manieren hoogleraar kunnen worden, met het zwaartepunt op respectievelijk onderzoek of onderwijs. Dus niet alleen door goed onderzoek te doen, maar ook door het geven van betekenisvol onderwijs. Maar altijd moeten onderzoek en onderwijs met elkaar een eenheid vormen."

Hij heeft maar één advies: "De universiteit moet zich zichtbaar en voelbaar inspannen voor het opleiden van leraren, de gehele onderwijsketen en uiteindelijk dus de gehele samenleving. Dat vraagt om vrijmoedig en dienstbaar leiderschap."

Deel artikel: