Tom Dumoulin op weg naar het zilver op de tijdrit op de WK wielrennen van 2014

Hoe een motorrijder de tijd van Dumoulin kan beïnvloeden

Je ziet ze vandaag tijdens de Giro-tijdrit vast weer voorbij komen: close-up beelden van de gezichten van gespannen, zwetende en zwoegende wielrenners. Beelden die gemaakt worden door cameramannen die meerijden op motoren.

Maar diezelfde motoren kunnen een etappe ook beïnvloeden. Dat hebben onderzoekers van de TU Eindhoven samen met collega’s van de Universiteit van Luik en Leuven ontdekt.

"De inzet van motoren is niet eerlijk, het kan de eindtijd van een renner beinvloeden," zegt hoofdonderzoeker en wielerfan Bert Blocken. De onderzoekers baseren hun conclusies op computersimulaties en metingen in een windtunnel. Wij gingen langs bij die windtunnel om te kijken hoe ze het onderzoek precies hebben uitgevoerd.

Helaas, deze YouTube video is niet meer beschikbaar

Als de motor achter een wielrenner rijdt, kan hem dat tijdswinst opleveren door de luchtweerstand. Die neemt bij de renner af, doordat de motor een groot volume lucht vooruit stuwt. "Naarmate de renner meer in dat volume zit, wordt hij ook meer vooruit gestuwd", zegt Blocken. "De renner krijgt dus minder weerstand en kan met dezelfde inspanning sneller gaan."

Dat effect is er al als een motor 20 meter achter de renner rijdt en kan bij langere tijdritten oplopen tot tientallen seconden tijdswinst. Bij een korte tijdrit zoals die van vandaag in Apeldoorn, kan het volgens de onderzoekers tienden tot enkele seconden verschil maken.

Niet alleen maar voordeel

Het is dus vooral heel gunstig als er een motor in de buurt van een renner is, zou je zeggen. Maar dat is niet het hele plaatje: een motor die naast een renner komt rijden, kan hem juist weer seconden kosten.

"De wind kan niet door de motorfiets, die moet er omheen en dat merkt de renner. Die komt in die extra zijwind terecht. Hij zit dus hij nog meer in de wind dan wanneer hij alleen zou rijden." Een tip voor Dumoulin:

Zo'n motor is misschien leuk voor de renner om mooi in beeld te komen. Maar eigenlijk zou je dan naar de andere kant van de weg moeten sprinten, zodat je geen last hebt van de zijwind.

Bert Blocker, professor TU EIndhoven

Vorig jaar onderzochten de onderzoekers op dezelfde manier al wat het effect van volgauto's is op de renners. Daaruit bleek toen al dat renners voordeel kunnen hebben van een auto die vlak achter hen rijdt.

Het effect van auto's die naast renners rijden hebben ze toen niet onderzocht. "Je kan door dit nieuwe onderzoek wel zeggen dat het nadelige effect hetzelfde zal zijn bij auto's. Maar tegelijkertijd: als er een auto naast een renner rijdt, heeft hij hem negen van de tien keer vast en kun je niet echt spreken van een nadeel."

Er moet een compromis komen tussen veiligheid, eerlijkheid en de mooie plaatjes die wij willen zien.

Bert Blocker, professor TU EIndhoven

Volgens Blocken is de UCI de enige die wat aan het auto-effect kan doen. Volgens de regels moeten de motoren op tien meter afstand blijven, maar die regel wordt vaak overtreden. Hij roept daarom op de afstand te vergroten tot dertig meter en er strenger op toe te zien dat de afstand ook echt wordt nageleefd.

Tegelijkertijd: die motoren zijn er natuurlijk niet voor niets. Ze maken de beelden die wij als kijkers graag willen zien. "Dat klopt", zegt Blocken. "Er zal een compromis moeten komen tussen veiligheid, eerlijkheid en de mooie plaatjes die wij willen zien. Dan heb je misschien niet meer het mooie beeld met close-ups van het gezicht van de renner van het draaiende tandwiel, maar ik denk dat veiligheid en eerlijke competitie veel belangrijker zijn."

Deel artikel: