In het Centraal Museum in Utrecht opent dit weekend een kunstexpositie met menselijk haar. Zoals op de foto's hieronder. Kleine gok over je eerste reactie: 'gadverdamme'. Maar waarom eigenlijk? Als haren vastzitten aan een hoofd, hebben we er geen problemen mee. Waarom dan wel zodra het in je eten, mond of doucheputje zit?
"Zo lang haar nog op je hoofd zit, is het gewoon normaal", zegt kunstenaar Levi van Veluw. "Maar als het een andere context krijgt, verandert de betekenis. Als je iemands haar de andere kant op kamt, wordt het haast luguber."
Conservator Ninke Bloemberg verwacht ook wel dat mensen het een vieze tentoonstelling gaan vinden. "Dat is precies mijn opzet." Volgens haar geeft dat losse haar de betekenistransformatie weer. Zelf moest ze ook een paar keer slikken met al dat haar in haar handen. "Het is geen wol, het is geen katoen, maar echt menselijk haar."
We vroegen aan psycholoog Charlotte Molenaar, gespecialiseerd in angst- en dwangstoornissen, waarom we zo van losse haren walgen. "Die walging is evolutionair bepaald. Het is een snelle, primaire emotie die ontstaat bij alles wat ons lichaam verlaat en potentieel schadelijk is, zoals snot, plas en poep."
Molenaar behandelt ook mensen die juist bang zijn om haren te verliezen. "Haren zijn een veelvoorkomend thema bij body dismorphic disorders, ingebeelde lelijkheid." Daar is het niet de walging, maar een angst om bij haarverlies ook de jeugdigheid te verliezen in een doucheputje. "Bij elke haar die ze verliezen, denken ze dat zich een ramp voltrekt."