Vwo'ers Peter en Dyoerdt waren 14 en 15 jaar toen ze voor het eerst in de collegezaal van de Radboud Universiteit in Nijmegen zaten. Hun middelbare school heeft een 'sprintklas', daar doe je vwo sneller én je combineert het met een soort 'minor' aan de universiteit.
Maar hoe is 't als je nog niet eens scooter mag rijden, maar al wel college hebt? Dyoerdts school in Ede gaf hem een jaar extra om stage te lopen en vakken te volgen aan de universiteit. Voor dit soort jonge en slimme vwo-scholieren biedt de Radboud Universiteit een speciaal 'talentprogramma' aan.
"In het begin was ik nog zenuwachtig, ik vroeg me af of anderen wel met me wilden praten. Maar na een tijdje was ik op mijn gemak in de collegezaal. Zelf voelde ik het leeftijdsverschil blijkbaar meer dan mijn medestudenten. Het was een leuke en leerzame ervaring."
'Succes en tot over een paar weken'
Ook Peter is enthousiast over zijn tijd op de universiteit. Hij volgde vakken neuro- en gedragspsychologie en bedrijfskunde. "Het grootste verschil met de middelbare school is dat je daar echt aan de hand wordt genomen. Op de universiteit geven docenten je een boek van 700 pagina's en zeggen ze: 'succes, tot over een paar weken."
Verloren voelde hij zich niet: "Ik heb één keer een gesprek gehad met een begeleider van het talentprogramma, meer had ik niet nodig. Ik vind het juist fijn als ik hetzelfde word behandeld als andere studenten."
Stage bij de staatssecretaris
Toen staatssecretaris Dekker zijn middelbare school bezocht om de ervaringen van de sprintklas te bespreken, zag Dyoerdt zijn kans schoon. Hij vroeg Dekker of hij stage kon lopen bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Een paar weken later mocht hij op gesprek in Den Haag. "Vijf maanden lang werkte ik twee dagen per week, ik logeerde in de buurt van Den Haag. Dat bleef ik mijn hele stageperiode wel spannend vinden. Maar iedereen op het ministerie was heel aardig, ik werd echt serieus genomen."
De Rijksuniversiteit Groningen heeft voor ambitieuze middelbare scholieren een academie opgezet. Coördinator Arjen Dijkstra: "We zagen dat in het buitenland al langer uitgebreide programma's voor middelbare scholieren bestaan. En nu ook in Nederland."
Volgens Dijkstra past het in een nieuwe onderwijscultuur waarin hard werken wordt beloond. "Op de universiteit is een zesje niet meer genoeg. Studenten die bovengemiddeld presteren krijgen extra kansen. Dat waait nu over naar middelbare scholen."