De vijf jonge moslims die we spraken

Hoe hebben jonge moslims afgelopen week beleefd?

Het is een week geleden dat 129 mensen omkwamen bij aanslagen in Parijs. De onrust in de samenleving is nog steeds groot. Hoe hebben jonge moslims afgelopen week beleefd?

We spraken vijf jonge moslims over de aanslagen en de nasleep daarvan. Allemaal hebben ze het gevoel dat ze op een of andere manier worden aangekeken voor wat er in Parijs is gebeurd. Dit is wat ze ons vertelden.

Wij kunnen niet meedoen met het gezamenlijk verdriet, wij moeten ons uitspreken tegen de aanslagen.

Halil

Hisham (21) studeert hbo rechten aan de hogeschool InHolland in Rotterdam

In 1997 vluchtte Hisham met zijn familie uit Bagdad om politieke redenen. "Voor ons zijn aanslagen aan de orde van de dag. Ze plegen ze niet alleen in Europa. Ik ben erbij geweest toen mensen daar aanslagen te verwerken kregen: pure afschuw."

"In Irak is het grootste deel van de bevolking sjiitisch", zegt Hisham. "IS pleegt aanslagen op hen en op minderheden zoals de christenen. Voor mij is het dus de normaalste zaak van de wereld om tegen IS te zijn."

Hisham

Fatima (22) studeert 'Filiaalmanager Detailhandel' aan het ROC Amsterdam

De aanslagen in Parijs, en ook die in Beiroet en Ankara zijn veelbesproken onderwerpen in haar omgeving. Thuis, met vriendinnen en op Facebook. Ze krijgt regelmatig vragen over de aanslagen en IS: "Ik merk dat er soms wel verwarring is, bij mensen die niet zo veel van de islam weten."

Fatima

Ahmet (30) werkt bij internationale zorggroep en is columnist

"Waarom moet de moslimgemeenschap zich verantwoorden voor een stel verknipte geesten? Dan impliceer je dat moslims verdacht zijn", zegt Ahmet. "In het manifest van Breivik noemde hij Wilders als inspiratiebron. Daar verwacht ik ook niet van alle PVV-stemmers een verantwoording over."

Kwetsbare jongeren moeten volgens Ahmet niet het gevoel krijgen dat ze tweederangs burgers zijn. "Het is vooral aan de politiek om te zorgen dat ze die voedingsbodem voor radicalisering weg moeten nemen."

Ahmet

Romana (20) studeert criminologie en rechtsgeleerdheid en zit in het bestuur van een multiculturele studentenvereniging

Romana is vijf jaar geleden bekeerd. "Ik was 15 en ik had heel veel multiculturele vriendinnen, moslims én christenen. Ik ben daar niet mee opgevoed, maar zij begonnen over hun geloof na te denken. Toen ben ik me daar ook in gaan verdiepen en toen ben ik in een paar maanden bekeerd."

Romana

Halil (27) docent maatschappijleer in Rotterdam

Op de scholen waar hij werkt, in buurthuizen en op straat spreekt Halil veel jongeren, en vaak krijgt hij dezelfde vraag: waarom wordt er voor de ene groep slachtoffers wel een minuut stilte in acht genomen en steun betuigd en voor de andere niet?

Een terechte vraag, vindt hij. "Het is niet dat ze dan niet meeleven of zoiets. De aandacht die nu naar de aanslagen van Parijs gaat, vind ik geenszins oneerlijk of fout. Maar door de ene aanslag veel meer aandacht te geven dan de andere, zend je een boodschap uit. Dat voedt een tweederangsburgerschaps-gevoel, je geeft mensen het gevoel dat de een belangrijker is dan de ander."

Halil

Deel artikel: