Mensen op het Trocadero in Parijs herdenken

Waarom Parijs ons meer raakt dan Beiroet

Afgelopen vrijdag werd Frankrijk geraakt in zijn hart. Parijs. 129 doden, honderden gewonden. Alweer een aanslag in Europa. Waar bij eerdere aanslagen in Frankrijk specifieke groepen het doel waren, was nu íedereen doelwit. En dat voelen we ook in Nederland: de één is bang, de ander bewuster van het gevaar of juist boos.

Zijn Nederlanders banger geworden door de aanslagen in Parijs?

Wekelijks komen honderden mensen om bij aanslagen en aanvallen wereldwijd. Hoe komt het dat na dit weekend wel profielfoto's de kleur krijgen van de Franse, maar niet van de Libanese vlag? Daar kwamen donderdag ook tientallen mensen om bij een bomaanslag. Ook het werk van Islamitische Staat.

"Na Parijs wordt voor veel mensen pas concreet hoe groot de dreiging is", zegt Enny Das, hoogleraar Communicatie en Beïnvloeding aan de Radboud Universiteit. "Dat komt door wat ze in de psychologie de Construal Level Theory noemen."

Construal Level Theory

"Mensen voelen pas iets als het écht psychologisch nabij komt", zegt Das. "Je kunt zelfs zeggen dat onze hersenen zo in elkaar zitten dat we niet fysiek kunnen meeleven, als iets psychologisch niet nabij is."

"Nu de aanslagen in Parijs zijn gepleegd, is de psychologische nabijheid enorm." Voor veel Europeanen zijn alle vier de bovenstaande factoren van toepassing. "Parijs ligt relatief dichtbij, iedereen denkt: goh daar heb ik wel eens rondgelopen. En de Parijzenaren lijken op ons", zegt Das.

Ebola-angst

Das deed tijdens de ebola-crisis ook onderzoek naar de angst voor het virus. "Daar was het effect van de psychologische nabijheid ook enorm zichtbaar. Pas toen ebola in Europa 'aan land kwam' waren we bang dat het ook ons zou kunnen treffen. Toen er alleen nog slachtoffers in Afrika vielen, was de angst hier ook nog niet."

'Doo.' en 'gra.'

In 2009 deden wetenschappers, onder wie Das, onderzoek naar de effecten van terrorisme-nieuws. Honderd Nederlanders werden verdeeld over twee groepen: de ene groep keek naar beelden van terroristische aanslagen, de andere groep naar neutrale beelden van de Olympische Spelen.

"We lieten die groepen daarna woorden zoals 'doo.' en 'gra.' aanvullen", zegt Das. De groep die naar de beelden van de terroristische aanslag had gekeken, vulde de woorden daarna aan tot 'dood' en 'graf', de andere groep maakte er woorden van die niet per se met de dood te maken hadden.

"Daaruit concludeerden we dat de doodsangst bij de eerste groep meer top of mind was", zegt Das.

Je kunt verwachten dat door deze aanslagen vooroordelen worden aangewakkerd.

Enny Das, hoogleraar Communicatie en Beïnvloeding

Angst voor de eigen dood wordt volgens Das getriggerd door berichten over terroristische aanslagen. "Vooral bij mensen die toch al wat minder stevig in hun schoenen staan, is die doodsangst meer aanwezig als terrorisme dichtbij komt. En we zagen in ons onderzoek dat vooral bij die groep de vooroordelen over moslimgroeperingen toenamen."

"Je kunt dus verwachten dat door deze aanslagen vooroordelen bij mensen worden aangewakkerd. Net als de doodsangst. En dan vooral bij mensen met een laag zelfbeeld. En ook al zijn sommige groepen mensen niet eens direct gelinkt aan deze gebeurtenissen, de link wordt toch gelegd."

Deel artikel: