'Meer basejumpers = meer doden'

Met je parachute van een berg of gebouw afspringen, basejumping valt niet voor niets onder de risicosporten. De afgelopen maanden zijn meerdere basejumpers omgekomen.

Het aantal ongelukken neemt toe, maar toch is basejumpen op zich geen gevaarlijke sport, vindt Jarno Cordia. “Ik schat dat wereldwijd nu zo’n 3000 tot 4000 mensen het doen", zegt de Nederlandse basejumper. "Het aantal springers is exponentieel gestegen, dus neemt het aantal ongelukken toe.’’

Volgens hem gebeurt een deel van de ongelukken bij mensen die de grenzen te veel opzoeken en het andere deel door onervarenheid van springers.

De laatste maanden is een aantal ervaren basejumpers omgekomen bij het uitoefenen van hun sport. Een Amerikaan verongelukte in het Yosemite-park en een Amerikaanse basejumper overleed bij een mislukte sprong in Turkije. En vorige week nog overleed een Braziliaan na een sprong in Rio de Janeiro.

WK

Met zo’n 4200 parachutesprongen en 500 basejumps is Cordia zelf een ervaren springer. Hij geeft over de hele wereld les en doet dit weekend mee aan een WK in Frankrijk.

Eerst zo’n 1000 parachutesprongen om ervaring op te doen, en dan pas basejumpen, zo ging het vroeger. “Nu zie je toch meer avonturiers, die van die extreme filmpjes op YouTube zien, en ook een stoer filmpje op hun Facebook willen.”

Verkeerd beeld

De dodelijke ongelukken, de extraverte springers, dat is wat je vooral ziet in de media. Volgens Cordia geeft dat een verkeerd beeld van de sport. “Van die idioten die van dingen afspringen, is toch wat veel mensen denken. Terwijl de meeste jumpers heel serieus met hun sport bezig zijn.”

Nadeel van het basejumpen is wel dat het controleren van de springers lastiger is dan bij parachutespringen. Daar kom je het vliegtuig niet in als je niet aan de eisen voldoet. Bij basejumpen ligt dat ingewikkelder. Iedereen kan van een berg afspringen. “Daar zie je nog wel eens domme dingen; laatst was er een jongen die z’n spullen online had gekocht en zonder ervaring ging springen."