Een overlevende van de kledingramp

41 moord-aanklachten na ramp kledingfabriek Bangladesh

In Bangladesh zijn 41 mensen tegelijk aangeklaagd voor moord. Het gaat om ambtenaren, eigenaren van kledingfabriekjes en de eigenaren van het gebouw waar de fabriekjes zaten. Meer dan 1100 mensen vonden de dood toen het gebouw twee jaar geleden instortte. Volgens de aanklacht is er sprake van massamoord.

Het gebouw stortte in vanwege enorme trillende stroomgeneratoren die op het dak stonden. Een dag voor de ramp ontstonden scheuren in de muren, maar de kledingmakers werden toch binnen aan het werk gezet. De verdachten hangt nu de doodstraf boven het hoofd.

Bangladesh-akkoord

Bij de ramp kwamen in totaal 1137 mensen om, meer dan 2000 raakten gewond. In de fabriek werd kleding gemaakt voor grote westerse kledingmerken. Een groot aantal van hen tekenden na de ramp het 'Bangladesh-akkoord', waarin werd afgesproken om beter te letten op de werkomstandigheden in kledingfabrieken.

Een jaar na de ramp was daar nog weinig van te merken: inspecteurs van het akkoord ontdekten tijdens een rondgang enorme misstanden. 26 fabrieken werden tijdens de inspectie direct ontruimd.

Een foto van de opruimwerkzaamheden twee jaar geleden

Alle merken

De kledingindustrie is één van de belangrijkste inkomstenbronnen voor het straatarme Bangladesh. Jaarlijks exporteert het land een kleine 18 miljard euro aan kleding naar Europa en de VS, voor praktisch alle grote kledingmerken zoals Primark, H&M, Zara, Gap en C&A. John Oliver vatte het hele probleem rond goedkope kleding vorige maand nog treffend samen.

Deel artikel: