Robin Haase

Het Nederlandse tennis zit in een dip, maar kijkt omhoog

Nederlands beste tennissers flirten met de Top-100, maar echte toppers hebben we niet op dit moment. Op Roland Garros waren alle Nederlandse deelnemers deze week al in de eerste ronde uitgespeeld. Er moet wat gebeuren. Daar is de Nederlandse tennisbond KNLTB achter de schermen al druk mee bezig.

De expertise is inmiddels in huis en dat straalt weer af op de jeugd.

Erik Poel, directeur KNLTB

"We willen op termijn bij de top-10-tennislanden van de wereld horen", zegt KNLTB-directeur Erik Poel. "De doorstroom van talent is momenteel niet voldoende om daaraan te voldoen. Dus er moet wat gebeuren." Dat begint volgens Poel bij de jeugd. "We hebben een paar jaar geleden Tenniskids gelanceerd. Dat is heel laagdrempelig, met kleine veldjes, andere ballen, andere rackets. Daar zien we al een groei, in de categorie jonger dan 12 jaar. Dat moet de vijver zijn waaruit de talenten naar voren komen."

Maar daarmee wint Nederland voorlopig nog geen grandslam. De kwaliteit van de trainers moet omhoog. "We hebben de hele 'gouden generatie' (de succesvolle lichting van de jaren 90, red.) aan boord, daar ben ik heel erg blij mee. Jan Siemerink is al enige tijd onze sportieve directeur. Paul Haarhuis is in dienst, net als Raemon Sluiter. Richard Krajicek doet bij het ABN Amro-tennistoernooi ons talentenprogramma. Hetzelfde geldt voor Esther Vergeer bij het rolstoelprogramma. Jacco Eltingh is aan boord. De expertise is inmiddels in huis en dat straalt weer af op de jeugd."

Uit het archief: Nederlands tennissucces
'Ik wil de beste van de wereld worden'

Een van de manieren om het Nederlandse tennis op te stuwen is het decentraliseren van de opleidingen. "We hebben heel lang als bond zelf de talenten opgeleid", zegt Poel. "We stoppen met die uitvoerende rol. We gaan meer regisseren. We gaan een aantal tennisscholen in Nederland een KNLTB-stempel geven, certificaten, op basis van een aantal criteria waar we nu mee bezig zijn. Zij gaan dan voor ons de talenten opleiden. Dan is het minder wij en zij en meer samenwerking."

"We hebben ook naar het buitenland gekeken en daar heeft ook de centrale tennisbond niet meer die uitvoerende rol. In die zin kijken we ook goed om ons heen hoe het in andere landen gebeurt."

​Ik wil de beste van de wereld worden.

Ruben Konings (16), tennistalent

Met de ambitie van de jeugd zit het in ieder geval wel goed. "Ik wil de beste van de wereld worden, zeker weten", zegt tennistalent Ruben Konings (16). "Dat is mijn doelstelling. Het is lastig. Er zijn veel concurrenten in de hele wereld en iedereen doet erg zijn best, dus ik moet er alles uithalen."

"Dat geldt voor mij ook", zegt de 15-jarige Jasper Baggerman. "Op dit moment is Ruben nog beter want hij is wat ouder, maar we gaan het zien later. Eens kijken wat we kunnen bereiken. We gaan er alles aan doen om de top te bereiken."

Jasper en Ruben, tennistalenten

"Ik hoop dat ik over een paar jaar niet al direct uitgeschakeld ben", zegt Ruben. "Daar zullen we wat aan moeten gaan doen. Ik denk dat we vooral breder moeten kijken. Niet alleen investeren in de top, maar ook bij tennisscholen en tennisclubs om een bredere spoeling te krijgen."

Toch is Ruben ook op dit moment zeker niet ontevreden. "Ik vind dat we op dit moment al erg goed begeleid worden. We hebben een diëtist, een fysio, een krachttrainer. Het is allemaal erg goed georganiseerd. Het loopt wel goed, daar mogen we tevreden mee zijn. Ik hoop er over vier jaar te staan."

"Je moet leven als een prof", zegt Jasper. "Goed eten, goed drinken, hard trainen en alles eruit halen wat erin zit."

Ons doel is dat is dat deze jongens de top-100 van de wereld gaan halen. Daarna verder komen kost nog wel een stapje of vijf, zes, zeven.

Raemon Sluiter, oud-tennisser en jeugdtrainer

"De kans dat ze allebei de beste van de wereld worden is niet zo groot, want er kan er maar één de beste zijn", zegt jeugdtrainer en oud-tennisser Raemon Sluiter lachend. "Het doel is in ieder geval goed. Ze werken elke dag keihard. Ons doel is wel iets realistischer, dat is dat deze jongens de top-100 van de wereld gaan halen. Van daaruit gaan we dan kijken hoe ze verder kunnen. Maar dat kost nog een stapje of vijf, zes, zeven."

Raemon Sluiter, jeugdtrainer en oud-tennisser

"Het is aan ons om de weg zo goed mogelijk uit te stippelen", zegt Sluiter. "Als wij systematisch drie of vier spelers in de top-100 hebben, en dan hopelijk top-50, dan moeten we hopen dat er eentje bovenuit steekt om echt mee te doen. Maar de weg is lang. Er liggen heel veel kapers op de kust uit heel veel landen."

De tijd zal leren of dit het Ei van Columbus is, maar wij zien er wel heil in.

Erik Poel, directeur KNLTB

Maar hoe zat het dan met de gouden generatie? Die hadden toch ook geen speciale opleidingstrajecten nodig? "Tijden veranderen", zegt Poel. "De top-100 bestaat vandaag uit veel meer landen dan vroeger, dus de weg ernaartoe is veel moeilijker. Dat vraagt om een aanpassing. Belangrijk is om talent met talent te laten werken, want talent kweekt talent. Dus hoe meer je die talenten samen kunt brengen, en dat kunnen we met de nieuwe constructie met tennisscholen op lokaal niveau doen, des te meer talent komt er ook naar boven. De tijd zal leren of dit het Ei van Columbus is, maar wij zien er wel heil in."

Er zitten een paar toptalenten aan te komen, maar wanneer we de volgende finale halen, daar durf ik geen jaartal op te plakken.

Erik Poel, directeur KNLTB

De vraag is wanneer het nieuwe beleid echte toppers gaat afleveren. "We doen de goede dingen, maar het duurt even voordat er resultaat is", zegt Poel. "Er zitten een paar toptalenten aan te komen, maar wanneer we de volgende finale halen, daar durf ik geen jaartal op te plakken. Dat is nog koffiedik kijken."

Deel artikel: