07.00 uur, woensdagochtend, boksschool Van 't Hof in Rotterdam. Directeurs, ondernemers, managers en artsen werken zich nog vóór het werk in het zweet. Ze zijn hier voor het White Collar Boxing: waar mensen met topfuncties graag een robbertje met elkaar vechten om fit te blijven.
"Ik werd een beetje fluffy", zegt kinderlongarts Harm Tiddens tijdens de warming-up. "Dit zorgt ervoor dat ik weer al mijn spieren train. Je voelt je buik- en rugspieren weer. Het is gewoon een goede training, een totaaltraining. Mijn vrouw is ook heel tevreden, haha."
Dit zorgt ervoor dat ik weer al mijn spieren train. Het is echt een totaaltraining.
Voor de groep staat oud-Europees kampioene Marichelle de Jong. Zij coacht de gretige 'witte boorden': "Het is een ideale tijd voor die drukke ondernemers tijd voor zichzelf te nemen en te gaan trainen", zegt De Jong. "Ze zijn natuurlijk erg druk met zichzelf bezig, met hun zaak. Vandaar dat 7.00 uur ’s ochtend een ideale tijd is om te trainen, want dan ben je ook meteen energized om aan de slag te gaan."
De inzet van de trainingen is zover gaan als je maar kan, tot op het bot. Je gaat regelmatig kapot. Soms kijk ik heel verlangend naar de klok.
Het White Collar Boxing past in een trend. Over het algemeen zit de bokssport weer in de lift, zegt voorzitter van de boksbond Boris van der Vorst. "We hebben bij de bond een mooie structuur neergezet de afgelopen jaren", zegt Van der Vorst. "We hebben mooie internationale toernooien georganiseerd, zoals de Europees kampioenschappen voor de jeugd en voor de dames. Dat heeft een enorme interesse voor het boksen opgeleverd."
Ook het NOC*NSF ziet de sport weer groeien. Als een van de weinige bonden kreeg het boksen een topsportprogramma gefinancierd.
Het boksen zat jarenlang in een dip. De laatste Nederlandse bokser op de Olympische Spelen: 1992. "We hebben nu voor het eerst sinds lange tijd weer twee mondiale toppers, met Nouschka Fontijn en Peter Müllenberg", zegt Van der Vorst. "Ook daaronder zit een brede laag die goed presteert op internationale toernooien."
We maken een serieuze kans op een medaille in Rio.
Van der Vorst houdt sterk rekening met nieuw Nederlands eremetaal in Rio 2016. "Nouschka en Peter zitten allebei in de top-5, dus ik denk dat we een serieuze kans maken op een medaille in Rio. Ik heb de hotelkamer al geboekt."
Het lukt de White Collar Boxers over het algemeen wel goed om ongeschonden uit de strijd te komen. "Het valt heel erg mee met blessures", zegt Marichelle de Jong. "Je ziet dat iedereen heel erg rekening met elkaar houdt. Iedereen heeft respect voor elkaar. Ze leren van mij en van anderen hoe ze moeten boksen. Ze willen gewoon lekker bezig zijn en werken aan hun conditie en hun levensstijl. En dan zonder enige schade."
Ik heb één keer na een opstoot een stuk tong afgebeten. Toen praatte ik twee weken lang alsof ik net een fles jenever op had.
Boksen is natuurlijk geen sport zonder gevaren. "Een keer, maar dat was bij een andere boksschool, kreeg ik een opstoot en kwam mijn tong tussen mijn tanden", zegt Harm Tiddens de kinderlongarts. "Ik heb toen een stuk van mijn tong afgebeten. Toen heb ik twee weken lang gepraat alsof ik net een fles jenever had weggewerkt."
Om kwart over 8 is de training weer voorbij. De overhemden gaan weer aan en de dassen gaan om. "Ik heb het gevoel alsof ik er al een hele dag op heb zitten", zegt Tiddens. "Maar ik voel me fit, heb geen blessures. Ik ben heel wakker. In de middag gaat mijn dip wel wat dieper, maar ’s ochtends is het: kom maar op."
Uiteindelijk kunnen ze hun skills tijdens een wedstrijd laten zien in de ring.
De boksers die willen kunnen het in de ring tegen elkaar opnemen met een echte wedstrijd. "Vorig jaar hebben we voor het eerst wedstrijden georganiseerd", zegt De Jong. "Dat was een try-out. Het is niet verplicht, het blijft een keuze. Maar uiteindelijk kunnen ze dus hun skills laten zien in de ring."