Je bloeddruk, je hartslag, je stappen per dag: met je telefoon of met wearables kun je van alles meten. En steeds meer mensen gaan met die gegevens naar hun dokter. Maar die weet eigenlijk niet zo goed wat 'ie er mee aan moet.
Marlies Schijven, chirurg in het Amsterdam Medisch Centrum, ziet regelmatig dat patiënten met eigen data het spreekuur binnenlopen. "Ik kijk er heel belangstellend naar en moedig mensen aan dit soort data over zichzelf te verzamelen", zegt ze. "Maar dat betekent niet dat ik er iets mee kan in de behandeling."
Haar grootste bezwaar? De betrouwbaarheid van de data. "Ik weet niet of de data die de apps meten valide is. Die kan ik niet zomaar vertrouwen."
Onbetrouwbaar
Patrick Janssen van het Nederlands Huisartsen Genootschap vertrouwt die eigen data ook niet zo. Ook hij juicht toe dat mensen van alles over zichzelf bijhouden, maar het moet dan wel op de juiste manier gebeuren. "En de betrouwbaarheid van de huidige toepassingen is niet al te hoog."
Volgens Schijven moet de medische sector zich nadrukkelijker storten op apps die wél aan de standaarden voldoen. "Ik zeg: 'Dokters, bemoei je nou met de technologie. Het is leuk.' We moeten die verbinding zoeken met de industrie. Er is heel veel mogelijk, maar dan moeten we wel de handen ineenslaan."
Of de dokter je ooit daadwerkelijk een app voorschrijft, waarmee je jezelf moet monitoren? Sneller dan je denkt, voorspelt huisarts Jansen. "Vroeger moest een patiënt naar het ziekenhuis voor een hartfilmpje, tegenwoordig kan dat in veel huisartsenpraktijken via een app. Straks kan 't waarschijnlijk gewoon vanuit huis."
Als de privacy en betrouwbaarheid op orde zijn, denkt Jansen dat hij in de toekomst meer mensen apps gaat voorschrijven. "Dan wordt het eigenlijk een soort recept."