Loonoffer

Loonoffer: netjes vragen helpt

Verbijsterend, noemt hoogleraar arbeidsrecht Evert Verhulp de handelswijze van warenhuisketen V&D, die van hun werknemers eist 6 procent salaris in te leveren om het bedrijf te redden. "Dat kan je helemaal niet eisen. Integendeel: je bent als werknemer nergens toe verplicht qua salarisverlagingen. Afspraak is afspraak."

Je staat dus volledig in je recht als je een salarisverlaging weigert, als je werkgever dat van je eist. "Alleen in heel uitzonderlijke gevallen zal de rechter dit toestaan" zegt Verhulp. "Maar eigenlijk kan je wel zeggen dat de rechter een gedwongen loonoffer nooit zal toestaan. Juridisch slaat het nergens op."

Toch draait het uit op een rechtszaak tussen warenhuisketen V&D en haar personeel. Vakbond CNV spant vandaag een kort geding aan. Binnen een week moet de rechtszaak plaatsvinden. Haast is geboden, want de salarisverlaging geldt al voor februari. V&D-medewerkers zouden dan aan het eind van deze maand zomaar 200 euro minder salaris krijgen dan normaal.

Juridisch gezien slaat een gedwongen loonoffer nergens op.

Evert Verhulp
Het filiaal van V en D aan de Grote Markt in Den Haag

Gekke zet

V&D speelt het dom, vindt hoogleraar Verhulp. "Zonder enige communicatie leg je een keiharde eis neer bij je werknemers: zo jaag je ze allemaal tegen je in het harnas. Terwijl V&D in de toekomst waarschijnlijk nog met ze in gesprek moet over vrijwillige loonsverlagingen. Het is echt een gekke zet geweest."

Bij kleine bedrijven is de vraag om loonoffers vaker effectief, denkt Verhulp. "De loyaliteit is veel groter. Als je met een paar man een bedrijf hebt en je ziet je directeur ook sappelen, dan ben je veel sneller bereid om een offer te maken."

En anders kun je bijvoorbeeld afspreken je contract te laten ontbinden, zonder vergoeding mee te krijgen, zegt Verhulp. "Dat is dan een keuze en geen gedwongen loonoffer, zoals de V&D het probeert voor elkaar te krijgen."

Klanten hopen dat de V&D zijn poorten niet hoeft te sluiten

60 procent salarisvermindering

Het kan namelijk best werken, vragen om een loonoffer. Zoals bij Stedenbouwkundig Adviesbureau Wissing, in Barendrecht. "In mei 2013 maakten wij een doorstart, waarin vrijwel al het personeel kon blijven. Wel moesten ze dan structureel een deel van het salaris inleveren", vertelt directielid Jeroen Goes. Dat ging niet over een paar tientjes, zegt hij. "Sommige mensen, die al lang in dienst waren kregen ineens 60 procent minder salaris."

Meer bedrijven beknibbelen op personeel

Goes relativeert: "Het gaat overigens niet over mensen met een salaris dat al erg laag lag, dus niemand hoeft honger te lijden. We hebben besloten om iedereen, ook de directie, naar het maximale uitkeringsniveau terug te brengen. Dan spreken we over 3000 euro bruto per maand."

Inderdaad geen hongerloontje, maar als je uitgavepatroon en je vaste lasten gebaseerd zijn op het drievoudige, is dat toch even slikken. "Bij ons schrokken mensen ook ja, natuurlijk. Maar we hebben heel duidelijk uitgelegd waarom we het deden, en de werknemers het hele plaatje erachter laten zien"

Voor wat, hoort wat

Ook kregen de werknemer er wat voor terug, zegt Goes. "Meer inspraak, invloed, medezeggenschap en transparantie. Elke maand laten we ons financiële plaatje zien aan iedereen: dit is mogelijk, dit kunnen we doen, zo ziet onze bankrekening eruit. Daardoor begrijpt iedereen waarom we bepaalde beslissingen nemen."

Bij een gigantisch bedrijf met zo veel werknemers als de V&D is dat misschien praktisch onmogelijk, denkt Goes. "Maar bij ons kan het."

Er werd verrassend weinig geaarzeld bij het Stedenbouwkundig Adviesbureau. "Ons personeel is er unaniem voor gegaan. Er kwam een soort spirit: dit doen we samen, de schouders eronder. Iedereen was zo overtuigd dat het 'nieuwe salaris' de eerste maand door iedereen aan het bedrijf is teruggeleend, zodat we niet naar de bank hoefden."

Er kwam een soort spirit: dit doen we samen, de schouders eronder.

Jeroen Goes
V&D wil personeel minder salaris uitbetalen

'Vrijwillig' van baan wisselen

Vierstroom Hulp Thuis bespaarde op een indirectere manier op de personeelskosten. Zij vroegen aan 75 personeelsleden of ze 'vrijwillig' van baan wilden wisselen. "De keuze was vrij simpel: of we moesten om ontslag vragen bij het UWV, of je ging een salarisschaal omlaag", vertelt HR-manager Frank Moison. "We konden niet anders, dat hebben we ook uitgelegd. We stonden met onze rug tegen de muur."

Het bedrijf levert hulp in de huishouding. "We hadden twee functies: hulp in huishouding 1, dan doe je vooral het basiswerk, poetsen en dergelijke. En hulp in huishouding 2, dan vraag je ook hoe het met de bewoner gaat, kan je nog eens een dokter bellen als dat nodig is. Die zaten in een hogere loonschaal."

Stap terug

Door bezuinigingen bij gemeenten merkten ze bij Vierstroom dat er geen vraag meer was naar hulp in huishouding 2. "Wel was er nog genoeg werk voor Hulp in Huishouding 1. We hebben dus gevraagd of de tweede groep een stap terug wilde doen qua functie. Dan houd je je werk en neem je genoegen met een lager salaris. Dat scheelt zo'n 20 procent, dus dat is flink wat. Als je daarvoor tekende kreeg je overigens wel een premie", zegt Moison.

Ook hij merkt dat mensen hun baan graag houden, ondanks een lager salaris. "Van de 75 personeelsleden voor wie dit speelde hebben er maar 7 of 8 aangegeven dit niet te willen." En ook Moison merkt dat open kaart spelen helpt. "Het is geen leuke boodschap. Wij willen het ook liever niet, echt niet. Maar als mensen betrokken worden bij het proces, dan heeft dat meer resultaat."

Deel artikel: