In het Belgische Verviers zijn bij een anti-terreuractie twee verdachte jihadisten om het leven gekomen

Oud-analist CIA: meer kleine aanslagen in Europa

De aanslag op Charlie Hebdo, agenten beschoten op Parijse straten, een gijzeling in Dammartin-en-Goëlle én een gijzeling in een joodse supermarkt, twee dode terreurverdachten in Verviers. En daar stopt het niet, zegt Europol. Het is namelijk ontzettend moeilijk om al die afzonderlijke aanslagen tegen te houden.

We hebben niet te maken met een terroristische organisatie met één leider zoals al-Qaida

Europol

Er zijn volgens Europol duizenden geradicaliseerde moslims. Die handelen vaak niet uit een grote organisatie, zoals bijvoorbeeld al-Qaida. Nee. Het zijn kleine groepen met duizenden onafhankelijke of deels onafhankelijke terroristen. En vind die maar eens voor ze hun plannen tot uitvoering kunnen brengen.

Politie aan het werk tijdens de anti-terreuractie in Verviers

CIA-analist Aki Peritz

De aanslagen zoals we die in de eerste weken van 2015 zagen, moeten we verwachten in Europa, zegt ex-analist bij de CIA Aki Peritz. "Dit zijn de soort aanvallen die Europa moet verwachten. Om een hele grote aanval te plegen, zoals die op de trein in Madrid in 2004, of de metro in Londen een jaar later, vergt heel veel planning en moeite."

"Als je een paar mensen hebt die bij wapens en bommen kunnen komen en die bereid zijn om te doden en gedood te worden, maakt dat het een stuk eenvoudiger. Voor 11 september waren tientallen mensen nodig, maar er waren er maar twee of drie nodig om de aanslag op Charlie Hebdo uit te voeren", zegt Peritz.

Maar hoe pik je ze eruit?

"Dat is heel erg moeilijk. In Europa heb je duizenden teruggekeerde Syriëgangers, maar wat ze daar hebben gedaan weet niemand. De Europese geheime diensten kunnen niet iedereen 24/7 in de gaten houden. Het is duur en je stelt prioriteiten. Terroristen kunnen zich jarenlang gedeisd houden en dan ineens een aanslag plegen."

"Neem de oudste van de broers die de aanslag op Charlie Hebdo pleegden, Saïd. Hij is in 2011 in Jemen geweest en werd toen hij terugkwam in de gaten gehouden, omdat de VS de Fransen had getipt. Maar hij deed jarenlang niets, waardoor de Fransen besloten dat hij misschien wel geen dreiging vormde. En dat is precies het moment dat ze toesloegen."

Wat kunnen inlichtingendiensten dan doen?

"Als je geduld hebt, kun je als terrorist de meest verschrikkelijke aanslagen plegen. Maat onthoud: je moet nog steeds wapens kopen, explosieven, misschien bel je met iemand. Soms zullen terroristen een blunder maken. En dat is het moment dat je als inlichtingendienst de draad moet oppakken en de mogelijke terrorist weer op je radar moet krijgen."

"Een van de problemen is dat Europese landen geen inlichtingen met elkaar delen, omdat dat niet mag van de wet. Bijvoorbeeld: in mei kwam er een Franse burger terug uit Syrië, ging naar België en schoot daar vier mensen dood in een joods museum. De Fransen wisten al van deze man, maar deelden die informatie niet met hun Belgische collega's."

De samenwerking en het delen van informatie is 13 jaar na 11 september nog steeds niet zo goed als het zou kunnen zijn.

Aki Peritz

Wat moet er veranderen?

"Het is niet alleen informatie verzamelen, maar het begrijpen van wat je verzamelt. De meeste inlichtingen die worden verzameld, is afval; dat is de aard van het inlichtingenwerk. De uitdrukking is: je zoekt naar een naald in een hooiberg, maar wat je doet is zoeken naar een naald in een naaldberg. Het ziet er allemaal interessant uit, allemaal belangrijk, maar wat je niet weet is wat uiteindelijk ook belangrijk is."

"Het is een heel moeilijk probleem, gezien het aantal terugkerende Syriëgangers in Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië. De meesten zullen heus geen kwaad in de zin hebben en willen niets opblazen in hun thuisland, maar je moet juist degene eruit pikken die dat wél willen. De regeringen in Europa moeten dat gaan begrijpen en meer informatie gaan delen met elkaar en met de VS, zodat ze dit probleem kunnen overwinnen.

Deel artikel: