Drugsgebruik door IS-strijders. Het is een hardnekkig gerucht, dat moeilijk valt te controleren. Een verslaggever van Vice doet vandaag een duit in het zakje. Koerdische strijders waar hij mee optrok, lieten hem een zak drugs zien. Buitgemaakt op een IS-leider in Kobani.
De strijders hebben volgens de journalist zelf geen idee wat het witte poeder is. Hij herkent het als cocaïne. De zak was in het bezit van Abu Zahra, een lokale leider van IS. Hij is in het vuurgevecht gesneuveld. Naast de drugs vonden ze een peperdure gepantserde laptop. Volgens de commandant van de Koerden deelde Zahra het witte poeder uit aan zijn strijders.
Er wordt al langer gesproken over drugsgebruik bij IS. Zo zou de beul van de onthoofde westerlingen, Jihadi John, op de filmpjes onder invloed zijn van qat. Voor de buitenwereld presenteren de strijders zich als felle tegenstanders van alcohol, drugs en sigaretten. Koerdische strijders zeggen dat ze al eerder pillen en spuiten hebben gevonden aan het front met IS.
Geen wondermiddel
Het gebruik van cocaïne in een oorlog heeft voor- en nadelen, zegt Floor van Bakkum van Jellinek: "Cocaïne maakt je actiever, alerter en gefocust. Je krijgt ook meer zelfvertrouwen." Maar diezelfde eigenschappen zorgen er wellicht ook voor dat je te snel beslissingen neemt. "Je wordt overmoedig, raakt opgefokt. Cocaïne is niet bevorderlijk voor de samenwerking", zegt van Bakkum. "Je raakt ook sneller door je reserves heen, wordt moe, geïrriteerd. En dan is er nog het acute gevaar voor hartfalen."