Het kost universiteiten handen vol geld: een promovendus in dienst nemen om onderzoek te doen. Daarom vechten Nederlandse universiteiten om Chinese promovendi. Zij doen goed onderzoek, maar nog belangrijker: ze zijn gratis.
Promovendi krijgen tussen de 3 en 4 jaar de tijd om wetenschappelijk onderzoek te doen. Meestal nemen universiteiten de promovendi in dienst; de kosten zijn gemiddeld twee ton voor de gehele onderzoeksperiode.
Maar dat geld hoeven Nederlandse universiteiten niet neer te leggen voor Chinese promovendi. Die komen namelijk met een zogeheten China Scholarship Council-beurs (CSC) naar Nederland, die de Chinese overheid betaalt. Met zo'n beurs krijgen Chinese promovendi zo'n 1300 euro per maand. China verdeelt ieder jaar zo'n 7000 studiebeurzen.
Ze krijgen een vliegticket, visum en levensonderhoud. Dat is voor ons aantrekkelijk, want dat is goedkoop.
Het aantal Chinese promovendi dat met zo'n beurs naar Nederland komt, is de afgelopen jaren flink toegenomen. In 2007, toen China met de beurs begon, kwamen er zo'n 100 promovendi naar Nederland. In het studiejaar 2012-2013 deden er 634 Chinezen promotieonderzoek aan Nederlandse universiteiten.
Saskia Ebeling van de Universiteit Utrecht werft al vijf jaar Chinese promovendi in Beijing. Ebeling denkt niet dat ze dit zou doen als de CSC-beurs er niet was. Daarvoor is de kwaliteit volgens haar "te divers".
China heeft ook belang bij de beurs, want hoe meer Chinezen in het buitenland promoveren, hoe hoger de kwaliteit van kennis en wetenschap in China wordt. Dat is precies wat de Chinese overheid met de beurzen wil bereiken. Daarom is een belangrijke voorwaarde van de beurs ook dat de Chinese promovendi na hun onderzoek weer teruggaan naar China.
Blinde date
China-correspondent Marieke de Vries ging langs bij een 'blind date', waar buitenlandse universiteiten proberen Chinese promovendi binnen te halen. Ook Saskia Ebeling was daar aanwezig om studenten over te halen in Nederland te komen studeren: