Wil je een wapenvergunning krijgen, dan word je strenger gescreend dan nu al gebeurt. Dat staat in een wetsvoorstel dat minister Opstelten vandaag op de bus heeft gedaan. Mensen die willen schieten, moeten meewerken aan een psychologisch onderzoek om te checken of er een "verhoogd risico" is op misbruik van wapens.
In 2011 schoot Tristan van der Vlis zeven mensen dood in een winkelcentrum in Alphen aan den Rijn. Zeventien mensen raakten gewond. Van der Vlis schoot zichzelf daarna dood. Om zulke incidenten te voorkomen, wil Opstelten dat de boel wordt aangescherpt.
Dat schietincident toonde aan dat ook iemand die op legale wijze in het bezit is gekomen van een wapen of munitie door omstandigheden soms toch een risico kan vormen, voor zichzelf en voor anderen.
Wat vinden schietverenigingen?
Bij schietverenigingen moeten ze nog wennen aan het plan van Opstelten. "Ik ben in principe blij met de nieuwe regels", zegt Sander Duisterhof, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie (KNSA). "Vooral de permanente screening via de BOPZ. Daarmee was Van der Vlis eruit gefilterd en de schietpartij in Alphen aan den Rijn voorkomen."
"Waar ik wel moeite mee heb, is dat Opstelten ook alle mensen die nu een vergunning hebben, opnieuw laat screenen. Dat lijkt me overdreven. Mensen die wapens hebben, moeten nu al ieder jaar een formulier invullen over hun psychische gesteldheid en hun wapenopslag. Die laatste wordt door de politie gecheckt."
Uit onderzoek van RTL Nieuws bleek dat maar een klein deel van de mensen met een wapenvergunning ook daadwerkelijk is gescreend. Tijdgebrek bij de politie. "Ik denk dat de politie wel wat beters te doen heeft, zo'n screening duurt al gauw twee uur. Als dat bij 70.000 mensen moet gebeuren, is dat een hele klus", zegt Duisterhof.