Aangepast

"Kinderen zijn geen toeristische attractie"

Vrijwilligerswerk doen in een ontwikkelingsland is populair, vooral met kinderen. Een bijzondere ervaring opdoen en de mensen daar helpen, wat kan ertegen zijn? Toch leiden goede bedoelingen soms tot een ware "vrijwilligersindustrie" en internationaal zijn er steeds meer twijfels over. Is alle hulp goede hulp?

Groeimarkt

Als vrijwilliger in Cambodja, Guatemala of Zuid-Afrika gaan werken met kinderen in een weeshuis of school. We kennen inmiddels allemaal wel iemand die het heeft gedaan of misschien bent u zelf wel op zo'n reis geweest.

In deze groeimarkt worden er sinds enkele jaren ook reizen aangeboden voor middelbare scholieren, door. de organisatie Worldmapping. Inmiddels zijn er 34 middelbare scholen mee geweest en de organisatie verwacht te groeien: "Uiteindelijk willen we dat elke Nederlandse jongere de mogelijkheid heeft om dit een keer te doen," zegt directeur Michel Groenenstijn.

Inzamelen

Met de klas naar Cambodja, Malawi of Brazilië, scholen zijn enthousiast, bijvoorbeeld het Cals College in Nieuwegein. "We willen wat van onze welvaart delen met de Derde Wereld" zegt docent William van Heteren. Bovendien leren scholieren ontzettend veel van de reis. Ze bezoeken allerlei projecten en steken zelf de handen uit de mouwen.

Leerlingen moeten een behoorlijk bedrag bij elkaar verzamelen, tot wel 2500 euro. Dat doen ze samen met de school op allerlei manieren, door een baantje te nemen of eigen gemaakte spullen te verkopen. "De leerlingen zijn erg inventief en mensen zijn bereid het neer te leggen, want ze weten dat het bestemd is voor een goed doel,", zegt Van Heteren.

Unicef

Naast Worldmapping bieden talloze andere organisaties vrijwilligersreizen aan. Vooral het werken met kinderen is populair. Voor zo'n 800 euro kun je bijvoorbeeld twee weken vrijwilligerswerk doen in een weeshuis of Engelse les geven in Vietnam. Ervaring is handig, maar niet vereist.

Ondanks de goede bedoelingen stelt kinderrechtenorganisatie Unicef dat de vrijwilligershulp vaak niet in het belang is van de lokale kinderen. De organisatie heeft grote bezwaren tegen de reizen en startte de internationale campagne Children are not tourist attractions op.

Ongezonde ontwikkeling

De steeds wisselende vrijwilligers kunnen een grote negatieve invloed hebben op de kwetsbare kinderen die in een tehuis zitten, aldus Unicef. Kinderen krijgen hierdoor te maken met hechtingsproblemen.

Bovendien zijn er inmiddels zoveel toeristen die kinderen in weeshuizen in landen als Nepal, Cambodja en Vietnam willen helpen, dat het aantal weeshuizen groeit, maar het aantal weeskinderen niet. "Dat is dus duidelijk een ongezonde ontwikkeling die moet stoppen," zegt Unicef.

Ook lesgeven voor een korte periode, terwijl je daar niet voor opgeleid bent, is volgens Unicef niet aan te bevelen, omdat goed onderwijs ook goed opgeleide docenten behoeft. Zelfs een middag met een groep ergens op bezoek bij een lokaal project met kinderen, is af te raden, vindt Unicef: "Dan worden kinderen gebruikt als toeristische attractie."

Opvallende subsidie

Nieuwsuur ontdekte dat ook voor dit soort reizen een subsidie beschikbaar is gesteld door het ministerie van Buitenlandse Zaken, de "Millennium Doen Toelage". Ontwikkelingsorganisatie JoHo verdeelt 1,5 miljoen euro onder jongeren die een vrijwilligersreis maken naar een ontwikkelingsland en daar achteraf actief anderen bij betrekken. De subsidie gaat ook naar jongeren die als vrijwilliger in een weeshuis hebben gewerkt.

Dat gebeurt terwijl het ministerie van Buitenlandse Zaken eerder aangaf dat het de campagne van Unicef tegen reizen naar weeshuizen steunt.

In een reactie zegt het ministerie dat het uiteraard niet de bedoeling is dat "door ons gesubsidieerd vrijwilligerswerk een negatief effect heeft op kinderen met wie de vrijwilligers werken". Het ministerie zoekt de zaak verder uit.

Ontwikkelingsbeunhazerij

Partos, de brancheorganisatie voor internationale samenwerking, spreekt zelfs over "ontwikkelingsbeunhazerij" omdat veel van de bedrijven die dit soort reizen aanbieden zich weinig aantrekken van de lessen uit het verleden die hulporganisaties door schade en schande hebben geleerd.

"Toon maar eens aan dat je lokaal de juiste mensen geld geeft, wat je lokaal verricht, wat je daar eigenlijk bereikt. Dat zien we niet", zegt Bart Romijn, directeur van Partos.

Antropologe Karin van Mullem maakte met Arno Rozema een documentaire waarbij ze drie vrijwilligers volgt in Cuzco, Peru. In de film Last Minute Weeshuis komen vrijwilligers, project eigenaren en kinderen aan het woord. Zij zegt: "Het is belangrijk dat er een discussie komt over vrijwilligerswerk met kinderen, omdat het zo massaal gebeurt en er tegelijkertijd twijfels zijn over of het wel in het belang van de kinderen is."

Wel waardevol

Volgens Worldmapping-directeur Groenenstijn is hun bezoek aan de projecten met weeskinderen en andere kwetsbare kinderen verantwoord: "Als onze lokale partners zeggen dat dat kan, en die hebben daar het beste zicht op, dan doen we dat. Ik ben het in dit geval niet eens met Unicef, wij hebben partners die zien en zeggen, wat jullie hier komen doen, dat is waardevol."

Vragen en/of opmerkingen? Mail: Jane.van.Laar@Nieuwsuur.nl en/of Renee.van.Hest@Nieuwsuur.nl

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl