Anton Heyboer
Aangepast

Eerherstel voor Anton Heyboer

Veertig jaar na de laatste grote overzichtstentoonstelling van Anton Heyboer (1924 - 2005) opent in het Gemeentemuseum Den Haag morgen de tentoonstelling 'Het Goede Moment'. Het gaat om werk van de kleurrijke kunstenaar uit de jaren 60 en 70. Een tijd waarin hij met zijn mystieke etsen en schilderijen internationale faam verwierf.

In die jaren prijkte het werk van Heyboer naast grote namen uit de internationale kunstwereld. In 1975 werd hij in het Los Angeles County Museum of Art samen met David Hockney en Lucian Freud gepresenteerd als één van de belangrijkste Europese schilders van dat moment.

Eerherstel voor Anton Heyboer

"Het Museum of Modern Art in New York bezit, van alle Nederlandse kunstenaars, het meeste werk van Heyboer", zegt kunsthistoricus Willem Baars. "Er is alleen niet veel van zijn faam overgebleven."

Deze tentoonstelling in Den Haag is een eerste aanzet om hem weer op het niveau te krijgen dat hij eigenlijk verdient.

Kunsthistoricus Willem Baars

Bij het grote publiek is Anton Heyboer vooral bekend geworden als een wat zonderlinge figuur. In een enorme boerderij in Den Ilp woonde hij afgezonderd van de wereld met talloze honden en zijn vijf vrouwen. In enkele penseelstreken zette hij kippen en danseresjes op het doek die vervolgens voor kleine bedragen werden verkocht in de kleurrijke galerie tegenover zijn huis.

Heyboer werd een volkskunstenaar. Iedereen kon zijn werk kopen. Bekende Nederlanders als Henk van der Meijden, Ivo Niehe en André van Duin bezochten de excentrieke volkskunstenaar en zijn vrouwen graag. Heyboer werd bekender door zijn opzienbarende leven dan door zijn kunst.

Wat zijn werk uit de jaren 60 en 70 volgens kenners zo bijzonder maakte, is de poëtische en mystieke beeldtaal die Heyboer ontwikkelde. Het is een systeem van cijfers dat verwees naar verschillende elementen uit zijn leven. Noodzakelijk voor Heyboer om met zijn oorlogstrauma om te kunnen gaan.

Psychische noodzaak

Heyboer overleefde een werkkamp in Duitsland en was enige tijd opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis in Santpoort. Curator Doede Hardeman: "Zijn systeem was voor hem de enige mogelijkheid om met de samenleving om te kunnen gaan. Op deze manier kon hij aan de mensen in zijn omgeving laten zien wat er in hem omging. Werk maken, was voor hem een psychische noodzaak."

"Zijn werk was ook een ultiem streven naar vrijheid. Veel kunstenaars waren daar na de Tweede Wereldoorlog mee bezig, maar Heyboer ging daarin veel verder. Op het moment dat hij succes kreeg, heeft hij dat ervaren als een juk en daarom was hij continu bezig met de vernietiging van zijn eigen succes", aldus Hardeman.

Met dit museale eerherstel laten we zien hoe belangrijk deze Nederlandse kunstenaar was.

Curator Doede Hardeman

Dat Heyboer zijn eigen succes bewust ondermijnde, is vooral te zien aan de schilderijen uit zijn roze periode. Na zijn succesvolle solotentoonstelling in 1975 in het Stedelijk Museum in Amsterdam kwamen de schilderijen terug naar zijn atelier, alwaar Heyboer ze direct overschilderde met roze verf.

"Vanaf dat moment zijn de verhalen over zijn persoonlijke leven de overhand gaan nemen en heeft de kunstwereld haar handen van de kunstenaar afgetrokken. Met dit museale eerherstel laten we zien hoe belangrijk deze Nederlandse kunstenaar was, niet alleen in Nederland, maar ook internationaal", zegt Hardeman.

Kunsthistoricus Willem Baars vindt ook dat Heyboer eerherstel verdient. "Deze tentoonstelling in Den Haag is een eerste aanzet om hem weer op het niveau te krijgen dat hij eigenlijk verdient. Hij behoort namelijk tot de belangrijkste kunstenaars uit de twintigste eeuw."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl