Aangepast

RIVM: moeilijk om vinger te leggen op daling vaccinaties

Opnieuw laten minder ouders hun kinderen inenten. Voor het derde achtereenvolgende jaar is de deelname van het aantal kinderen aan het Rijksvaccinatieprogramma gedaald met ongeveer een half procent.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gaat nu onderzoeken hoe dat komt. Minister Edith Schippers wil weten wat de mogelijk belemmerende factoren zijn. Want daarover is nog veel onduidelijk.

Non-informatie

Vorig jaar besloot het ministerie van VWS om twee miljoen extra uit te trekken voor meer voorlichting. Want steeds meer ouders stellen vragen over of ze hun kind wel of niet laten inenten. Er zijn zorgen over bijwerkingen of dat er bijvoorbeeld kwik of rattengif in de vaccins zit.

Die zorgen komen waarschijnlijk omdat er allerlei "non-informatie" op internet staat. Maar ook omdat de ziekten waartegen wordt gevaccineerd steeds verder buiten beeld raken, meldde het instituut vorig jaar.

Ouders laten hun kinderen vaccineren tijdens een vaccinatiedag in Rotterdam

Maar het is niet met zekerheid vast te stellen dat de daling komt doordat er meer twijfelaars zijn. "We weten gewoon nog niet waaraan het ligt", zegt Hans van Vliet programmamanager van het Rijksvaccinatieprogramma.

"Wat we wel weten is dat de daling over het hele land plaatsvindt en bij alle vaccinaties." Het is dus niet zo dat de daling in bepaalde groepen groter is dan bij andere, bijvoorbeeld in Amsterdam-Zuid. "We zien lokaal altijd variaties, maar je kunt dat niet interpreteren als een daling", zegt Van Vliet.

Geen bewijs

Het zou kunnen dat de drempel voor de jeugdgezondheidszorg is gestegen of dat mensen de weg naar het consultatiebureau niet weten te vinden.

Ook kan het zijn dat migranten een beperkte invloed hebben op de cijfers, zegt Van Vliet. "Dat komt omdat ze vaak geen bewijs hebben van hun vaccinatie. Maar in de praktijk zijn ze vaak even goed of beter gevaccineerd."

Deze jongen schreeuwt het uit als hij zijn vaccinaties krijgt in Amsterdam

Er zijn vaker dipjes geweest in het aantal vaccinaties, zegt Van Vliet. "Rond 2002 was er een dipje en in de jaren 70 leek het er ook even op dat Nederland vaccinatiemoe was."

Het instituut waarschuwt dat als de daling doorzet vooral de kans op een uitbraak van mazelen toeneemt. Dat is verreweg de meest besmettelijke ziekte. Om verspreiding te voorkomen, is een vaccinatiegraad van 95 procent nodig. In Nederland is dat nu 91 procent.

Van Vliet benadrukt het belang van vaccineren. "Het is belangrijk om te beseffen dat sinds het programma is ingevoerd in 1957 het 9000 doden heeft voorkomen."

Weer minder vaccinaties

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl