Niet langer klassikaal lessen volgen op één niveau, maar leerlingen die zelf hun rooster en leerdoelen bepalen. Dat is de werkwijze van Kunskapsskolan, een Zweeds onderwijsconcept dat snel aan populariteit wint in Nederland.
Vertaald betekent het Kennisschool. Een concept dat uitgaat van een grote mate van zelfstandigheid van leerlingen en veel persoonlijk contact met docenten. In Nederland werken inmiddels 24 middelbare scholen volgens de methode. Volgend schooljaar volgen er meer. Ook ROC's en mogelijk basisscholen.
Uitkomst
Het Kennemer College Beroepsgericht in Heemskerk is één van de scholen die het concept omarmt. Stipt om acht uur 's ochtends begint de teamvergadering om leerlingen en roosterwijzigingen te bespreken.
Meteen na de vergadering zijn er coachgesprekken, waarin coach en leerling één keer per week de behaalde doelen en de weekplanning doornemen. Vijftien minuten een individueel gesprek. Een uitkomst, vinden docenten én leerlingen.
Individuele begeleiding
"Het is heel fijn. De docent heeft echt tijd voor je. Het is niet even snel een vraag tussendoor. Je hebt een kwartier om alles te bespreken", vertelt leerling Joan. Kamber vult aan: "Het helpt me heel goed. Stel, ik snap iets niet. Dan vraag ik het aan de coach."
De lessen duren in het Zweedse concept nog maar twintig minuten. "Ik heb meer tijd voor individuele begeleiding dan vroeger", zegt docent wiskunde Anouk Houwing.
Leerlingen werken in hun eigen tempo en op hun eigen niveau. Leerlingen die op het niveau van vmbo-kader zijn gestart, kunnen ook vakken op mavo-niveau doen. "Dat motiveert je meer. Je wil steeds hoger en hoger", zegt leerling Kamber.
Volgens Kunskapsskolan is juist de eigen keuze van leerlingen een grote motivatie om tot een hoger niveau en een actieve werkhouding te komen.
Geld verdienen
Maar er is ook kritiek, op het commerciële bedrijf achter het onderwijsconcept. Docent Jelmer Evers, twee keer genomineerd voor de Global Teacher Prize: "Kunskapsskolan is opgericht in de tijd dat de scholen in Zweden geprivatiseerd werden. In het DNA van het bedrijf zit efficiëntie. Dat is niet erg, maar bij hen staat het op nummer 1. Ze móeten geld verdienen."
Door een nieuwe wet van staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker wordt het binnenkort makkelijker om scholen op te richten. Evers vreest dat ook het Zweedse bedrijf in Nederland voet aan de grond zal zetten.
Maar Kunskapsskolan Nederland wuift de kritiek weg en zegt geen eigen scholen te willen oprichten. Ook geld verdienen is niet het belangrijkste doel. "Dit is het onderwijs dat ik zelf niet heb gehad. Dat mijn kinderen nog niet krijgen, maar dat ik elk kind gun. En dat is de drijfveer", zegt directeur Raymond van Kerkvoorden.
Verstandig
Toch vindt docent Evers dat de overheid de ontwikkeling scherp moet blijven volgen. "Het onderwijs is ons grootste goed. Dus alles wat de school binnenkomt en om commerciële belangen draait, daar moet je kritisch over zijn."
Staatssecretaris Dekker voorziet geen problemen. "Het ministerie schrijft niet voor hoe scholen les moeten geven en welke boeken ze moeten gebruiken. Scholen kopen sinds jaar en dag lesmateriaal en didactische methoden in bij commerciële partijen, nationale en internationale. Ze gaan daar over het algemeen verstandig mee om."
Diploma op maat
Omdat in het Zweedse concept vakken op verschillende niveau's worden gevolgd, willen de scholen ook graag een 'diploma op maat'. Het is nu al mogelijk om in één of meer vakken op een hoger niveau examen te doen. Kunskapsskolan Nederland vindt dat het ook mogelijk moet zijn om vakken op een lager niveau af te ronden.
Staatssecretaris Dekker is daar geen voorstander van. "Het risico is te groot dat dit de waarde van het diploma uitholt. In Nederland is je diploma overal evenveel waard en is duidelijk welk diploma je nodig hebt voor een vervolgopleiding. Dat is een groot goed", zegt Dekker.
Wel onderzoekt het ministerie van Onderwijs of er iets extra's kan komen voor kinderen met een zogeheten 'disharmonisch profiel' en daardoor bijvoorbeeld een uitgesproken talent hebben voor exacte vakken, maar grote moeite hebben met taal. Dekker: "Je kunt je voorstellen dat je het in bepaalde gevallen voor zo'n leerling toch mogelijke maakt om naar een universiteit te gaan."