"Ik hing zes uur per dag zo, met mijn polsen vast." Hani Al Rawi doet voor hoe hij werd mishandeld en gemarteld in de beruchte Saydnaya-gevangenis in de Syrische hoofdstad Damascus. Hij woont nu met zijn vrouw en pasgeboren kind in Nederland. Hij heeft het geluk dat hij kan navertellen hoe het eraan toe ging in wat de gevangenen 'het Slachthuis' noemen.
Al Rawi laat op zijn laptop nagespeelde beelden zien van martelmethoden. "Ik ben met zo'n stoel gemarteld. Ze klemmen de poten onder je oksels en dan duwen ze je bovenlijf naar achter, tot je ruggengraat breekt. Dan ben je dood."
In 2012 werd hij in de Saydnaya-gevangenis opgesloten, omdat hij als militair bedenkingen over de burgeroorlog in Syrië had geuit.
Er werd gemarteld en er werden mensen geëxecuteerd, zo meldt ook Amnesty International na een uitvoerig onderzoek naar de omstandigheden tussen 2011 en 2015. Hani zat er een half jaar, middenin de periode die Amnesty onderzocht heeft.
Geweld
Het geweld in de gevangenis was systematisch, zo concludeert Amnesty. "Ze sloegen me in mijn gezicht tot ik flauwviel. Puur om me te vernederen", vertelt Al Rawi. "Iedereen in Saydnaya kon elk moment terechtgesteld worden. Daar fluisterden we over met elkaar. Want als de bewakers ons hoorden, dan sloegen ze ons. Soms tot de dood erop volgde."
"Elke dag werden mensen uit de cel gehaald en meegenomen. We wisten niet waarheen. Je hoorde nooit meer iets van die gevangenen", vertelt Al Rawi.
Hij hoopt dat president Assad ooit zal boeten voor de misdaden tegen Syriërs. "Ik zal de eerste zijn die hem aanklaagt en tegen hem getuigt."
