Minister Ard van der Steur hield als Kamerlid cruciale informatie over de Teevendeal achter en loog er daarna als minister over. Over de bedragen in de Teevendeal – gebaseerd op de herinneringen van Fred Teeven - in de concept-antwoorden aan de Kamer, oordeelde Kamerlid Ard van der Steur dat de informatie ‘zeer kwetsbaar’ was. En dus werd een belangrijke passage geschrapt en de cruciale informatie achtergehouden.
Minister Ivo Opstelten hield in de Kamer vol dat de informatie niet meer aanwezig was.
Ook premier Mark Rutte hield vol dat de informatie niet beschikbaar was. In antwoord op vragen van D66-leider Alexander Pechtold over een gespreksnotitie waarin mogelijk bedragen werden genoemd, zegt Rutte in maart 2015 dat er alleen sprake is van een persoonlijke aantekening.
In december 2015 is er in de Kamer een debat over de Teevendeal nadat de commissie-Oosting met een hard oordeel was gekomen: de deal deugde niet en de informatie-overdracht naar de Kamer was onvolledig en onjuist. In dat debat gaat minister Van der Steur de fout in.
Hij verzwijgt niet alleen dat hij al tot in detail op de hoogte was gebracht van de inhoud van een gespreksnotitie waar de Kamer om had gevraagd, hij ontkent het zelfs. Maar het was precies die informatie - die Van der Steur een dag eerder had gelezen - die hij in zijn adviezen aan Opstelten als 'te kwetsbaar' bestempelde om met de rest van Kamer te delen. Toch doet minister Van der Steur alsof hij van niets weet.
Ondertussen blijft ook premier Rutte volhouden dat er weliswaar fouten zijn gemaakt, maar dat dat nooit moedwillig is gebeurd.
Eerder bood minister Van der Steur half zijn excuses aan omdat hij als Kamerlid actief meeschreef aan brieven van minister Opstelten.