Zijn naam is Salaam. Hij woont op een heuvel kilometers achter het front, vlakbij Mosul in Irak. Samen met tientallen families vluchtte hij voor de gruwelijkheden van Islamitische Staat.
Salaam was 14 jaar toen hij met duizenden andere Jezidi-jongens werd gekidnapt en terecht kwam in de trainingskampen van IS, waar hij werd klaargestoomd voor de gruwelijke strijd.
Geslagen
"In de ochtend om zes uur maakten ze ons wakker voor het gebed. Na het gebed moesten we trainen met de wapens", vertelt Salaam aan VRT-verslaggever Rudi Vranckx.
Tijdens de training ging het er hard aan toe. "Ze stonden voor ons en we moesten de handen in de nek leggen. Ze boksten op onze buik en sloegen tegels kapot op onze hoofden. En we werden geslagen met stokken."
In Mosul en Raqqa werden de jonge Jezidi-jongens gebruikt als slaven en gevoelloze moordmachines. "Wie betrapt werd met sigaretten, werd twee vingers afgehakt. We kregen ook allemaal een laptop en dvd's, die we moesten bekijken", zegt Salaam.
"De een na de andere. Zo zag ik IS-mannen met een mes, het hoofd werd op een hoopje zand geduwd. Mensen werden onthoofd als een schaap."
Volgens Salaam moesten alle jongens leren doden. "Ze zeiden: 'we leren jullie moorden en als jullie hen niet doden, doden we jullie'. "
Salaam vertelt over het straffen en het manipuleren totdat elk normbesef bij de kinderen verdween. "Er was een Jezidi-man ontsnapt. Hij liep naar een checkpoint zonder het te weten. Ze hebben hem in het been geschoten en opgepakt."
"Daarna reden ze met auto's over hem heen en braken ze zijn armen en benen", vertelt Salaam die er getuige van moest zijn. "Zijn handen waren vastgebonden en daarna hebben ze hem in een greppel gegooid. Ze zeiden: 'Laat de honden hem maar opeten!'"
Volgens Vranckx hebben veel van de ontsnapte jongeren nachtmerries. "Psychologische begeleiding is er nauwelijks. Salaam weet zich net als vele anderen geen raad met zijn emoties, zijn angst en zijn woede."
