Criminaliteit, tienerzwangerschappen, schooluitval en beroerde ouderparticipatie. Het zijn maar een paar van de problemen waar vooral vmbo-scholen in de grote steden mee kampen.
Maar niet op de vmbo-school Melanchthon in Rotterdam. Op deze zwarte school in de achterstandswijk Delfshaven gaat het goed. De reden? Op de school wordt hard gewerkt om ouders van leerlingen te betrekken.
Er zijn twee speciale medewerkers 'ouderbetrokkenheid' die intensief contact hebben met de ouders. En dat werkt: de ouderparticipatie is gestegen van 20 naar 95 procent.
"Als je met de kinderen van nu iets wil bereiken, moet je hun ouders ook bereiken. Dat kan alleen maar als je hun taal wil spreken, letterlijk en figuurlijk", zegt directeur Hanna van Os.
Bruggen slaan
Van de vierhonderd leerlingen op de Melanchton heeft 95 procent een niet-westerse achtergrond. Er zitten meer dan vijftig verschillende nationaliteiten op school. Ouders hebben vaak een groot taalprobleem, en ook op cultureel gebied is er een kloof.
De van origine Turkse Shengul Atabay en de Marokkaanse Samira Lamkharrat proberen op beide vlakken bruggen te slaan.
"Als de moeder van een leerling bijvoorbeeld niet kan communiceren met de mentor, kan ik helpen", zegt Atabay. "Maar ook als er een cultuurprobleem is, kunnen we daarover met de ouders in gesprek."
Zonder Atabay had ik alles via de leerling met de moeder moeten bespreken.
De ouderbegeleiders organiseren allerlei activiteiten om de ouders bij de school te betrekken. Ze praten bijvoorbeeld over puberproblemen. En om de band met de ouders te versterken, zijn er regelmatig bezoeken aan huis.
Zo ging Atabay mee met een huisbezoek van mentor Else Frik. "Als ik dat alleen had moeten doen, had ik alles via de leerling aan de moeder moeten vragen", zegt Frik.
Een paar jaar geleden was Melanchthon nog een zwakke school. Inmiddels haalt de school weer goede resultaten. Volgens directeur Van Os spelen de 'medewerkers ouderbetrokkenheid' daarbij een cruciale rol.
"Zij zijn onmisbaar hier op school. Zij kunnen de brug slaan tussen de cultuur die ouders hebben, en de cultuur zoals wij die vanuit huis gewend zijn. Ze leren ons elkaar te begrijpen."
En dat heeft zichtbaar effect. "Op ouderavonden is nu 95 procent van de ouders aanwezig. Een paar jaar geleden was dat nog minder dan de helft", vertelt Atabay. "Dat is niet alleen onze verdienste, dat doen we met zijn allen", vindt Lamkharrat. "Iedereen werkt heel hard aan ouderbetrokkenheid, omdat wij dat heel erg belangrijk vinden."
Er zijn ook scholen in Rotterdam die vinden dat ouders eerst zelf de Nederlandse taal moeten leren. Directeur Van Os vindt dat een gemiste kans.
"Ouders spreken de intentie uit om onze taal te leren door het feit dat ze hier komen. Die taal is niet geleerd in een jaar, ook niet in vier jaar, maar dat is wel de tijd die wij krijgen om hun kinderen te vormen."