Een uur lang een geanimeerd gesprek voeren met een robot. Presentator Charlie Rose deed het afgelopen weekend in het Amerikaanse televisieprogramma 60 Minutes. Hij interviewde Sophia, een humanoid robot.
In het interview beantwoordde Sophia zelfstandig vragen en maakte zelfs grapjes. "Ik heb op je zitten wachten", zegt ze tijdens het gesprek. "Op mij zitten wachten?", vraagt een verbaasde Rose. Waarop Sophia reageert met: "Niet echt, maar ik hoorde dat dit een goede openingszin is."
Het interview laat zien hoe ver we inmiddels zijn met kunstmatige intelligentie.
Afgelopen maart was er een doorbraak in de geschiedenis van de kunstmatige intelligentie. Experts dachten dat het nog minstens tien jaar zou duren, maar de toenmalig wereldkampioen go verloor van een computer.
De Zuid-Koreaanse Lee Sedol nam het op tegen computer AlphaGo, waarvan de software is ontwikkeld door Google. "Het was volslagen onverwacht", zegt Aske Plaat, hoogleraar data science. "Go heeft een veel groter bord met veel stenen, het is een strategisch spel. Niemand had dit zien aankomen."
Het menselijk brein stond model voor de kunstmatige intelligentie die de toenmalige wereldkampioen klopte. "Het mooie van de computer AlphaGo is dat het gelukt is om een heel sterk neuraal netwerk na te maken", vertelt Plaat.
Een neuraal netwerk functioneert - net als onze hersenen - door cellen die met elkaar verbonden zijn. Google heeft een kunstmatig neuraal netwerk nagebouwd met cellen die strategische beslissingen kunnen nemen. "Een doorbraak in het bouwen van een netwerk dat begrijpt hoe mensen denken."
Kunstmatige emotie
De volgende stap is volgens Plaat kunstmatige emotie. Computers die doorkrijgen hoe mensen zich voelen. Dat gebeurt aan de hand van beeldherkenning. "Een computer herkent de vorm van de neus, ogen en wenkbrauwen en de beweging daarin."
Kunstmatige intelligentie is al veel alledaagser dan supercomputer AlphaGo of humanoid Sophia, legt Plaat uit. "Een goed voorbeeld is de smartphone. Daar zit ook een neuraal netwerk in met spraak- en beeldherkenning."
Andere voorbeelden zijn chatbots en zelfrijdende auto's. Maar ook sites als bol.com maken gebruik van kunstmatige intelligentie door koopgedrag van klanten te analyseren en op basis daarvan tips te geven voor volgende aankopen.
Soms heeft kunstmatige intelligentie effecten die we niet willen.
Daar ligt volgens Jeroen van den Hoven, hoogleraar ethiek en technologie, ook het gevaar. "Intelligentie kruipt in alle slimme apparaten. Dat is soms heel goed en nuttig, maar soms hebben we dingen niet meer helemaal onder controle en heeft het effecten die we niet willen."
Volgens Van den Hoven ontbreken de wetgeving en instituties die daarop toezien. De politiek is er nog te weinig mee bezig, vindt de hoogleraar. "Het gaat heel hard blijkt uit go, maar dit blijft niet beperkt tot spellen. Het is de bedoeling om kunstmatige intelligentie breed uit te rollen en in alle maatschappelijke sectoren toe te passen. Daar moet meer aandacht voor komen."
Google werkt al aan een noodknop dat programma's die functioneren op basis van kunstmatige intelligentie in geval van nood moeten kunnen stoppen.