Ziekenhuizen in oorlogsgebied worden omringd door geweld, maar zijn zelf ook steeds vaker doelwit. De afgelopen twee jaar vielen bijna duizend doden bij dergelijke aanvallen, maakte de Wereldgezondheidsorganisatie WHO onlangs bekend. In 60 procent van de gevallen werden de ziekenhuizen en klinieken met opzet onder vuur genomen.
Nieuwsuur spreekt in Genève met de Zwitserse diplomaat Peter Maurer, die aan het hoofd staat van het internationale Rode Kruis, en de Canadese arts Joanne Liu, die Artsen zonder Grenzen leidt. Volgens beiden zijn aanvallen op medische faciliteiten zo alledaags geworden, dat er iets moet gebeuren.
Geen helden
"We willen geen martelaars zijn. We gaan daar niet heen om helden te worden", zegt Joanne Liu van Artsen zonder Grenzen. "Wat wij willen, is mensen verzorgen die dat het hardst nodig hebben."
De WHO telde in 2014 en 2015 594 aanvallen op ziekenhuizen en klinieken. Daarbij kwamen 959 artsen, verpleegkundigen, patiënten en bezoekers om. "Patiënten worden in hun bedden doodgeschoten, medisch personeel wordt bedreigd, geïntimideerd of aangevallen, hospitalen worden gebombardeerd", schrijft de WHO in de eerste brede studie naar dergelijke aanvallen.
Gefragmenteerde oorlogen
Voor de hulporganisaties is het heel lastig om afspraken te maken over een veilige werkomgeving voor artsen, wanneer het slagveld onoverzichtelijk is en meerdere partijen elkaar bevechten. "Bij een gestructureerde oorlog tussen staatslegers is er een commandostructuur waarin je normatieve kaders en grenzen kunt aanbrengen", zegt Maurer van het internationale Rode Kruis. "In de gefragmenteerde oorlogen die we nu zien, is dat moeilijker."
Organisaties als Artsen zonder Grenzen geven altijd precies door waar ze zitten en met hoeveel mensen. Maar dat blijkt geen garantie voor veiligheid. In Afghanistan kwamen vorig jaar oktober zeker 42 mensen om toen Amerikaanse gevechtstoestellen een ziekenhuis van Artsen zonder Grenzen onder vuur namen.
"Wij verloren 14 van onze mensen. Voor ons is het een tragedie, maar daar komt bij dat meer dan 1 miljoen Afghanen nu geen hoogwaardige medische verzorging kunnen krijgen", zegt Liu.
Artsen zonder Grenzen sprak van een oorlogsmisdaad, president Barack Obama noemde het een "tragische vergissing. Hij bood Liu per telefoon excuses aan. Een onafhankelijk onderzoek kwam er nooit. Washington hield het in eigen hand.
Liu vindt dat een vreemde en onjuiste gang van zaken. "Een eenvoudige vergelijking: als er in een ziekenhuis een medische fout wordt gemaakt, wordt dat ook niet onderzocht door de betrokken arts. Dat is een gegeven."
VN-resolutie
Al sinds 1864 worden ziekenhuizen, medisch personeel en patiënten op papier beschermd. In dat jaar werd het humanitair oorlogsrecht vastgelegd in het eerste Verdrag van Genève. Maar het lijkt in de praktijk nog weinig te betekenen. Daarom zochten de twee hulporganisaties onlangs meer bescherming in de vorm van een VN-resolutie.
Begin mei namen de leden van de VN-Veiligheidsraad unaniem een resolutie aan die alle partijen in de gewapende strijd opdraagt om ziekenhuizen, medische faciliteiten en medisch personeel te beschermen. Wie dat niet doet, moet ter verantwoording worden geroepen. VN-chef Ban Ki-moon benadrukte dat de opzettelijke aanvallen op medische faciliteiten oorlogsmisdaden zijn.
In het nieuws
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie WHO heerst er een alarmerend gebrek aan respect bij regeringen en gewapende groepen voor de gezondheidszorg. Ook in Jemen en Syrië werden de afgelopen twee jaar ziekenhuizen getroffen. En de aanvallen gaan door: in april en mei dit jaar vielen er tientallen doden bij bombardementen op ziekenhuizen in Aleppo.
"Al die incidenten die uitvoerig in het nieuws komen zijn in die zin nuttig dat wij ze zo onder de aandacht van het publiek kunnen brengen", zegt Maurer van het Rode Kruis. "Ik maak me meer zorgen over de incidenten die het nieuws niet halen. Het gebeurt namelijk voortdurend."