Het afgelopen half jaar zijn nog geen vijfhonderd vluchtelingen met een verblijfsstatus overgeplaatst van asielzoekerscentra naar tijdelijke woningen. Dat is fors minder dan de tienduizend die de overheid en gemeenten eerder hadden afgesproken.
Begin oktober meldde staatssecretaris Klaas Dijkhoff dat de doorstroom in asielzoekerscentra moest verbeteren. In de azc's houden duizenden vluchtelingen die al een verblijfsvergunning hebben - de zogenoemde statushouders - plaatsen voor nieuwe vluchtelingen bezet.
In Nieuwsuur vanavond een gesprek met Marco Florijn, ambassadeur van het platform Opnieuw Thuis, over de voortgang van het huisvesten van statushouders.
Kantoorpanden
Het kabinet en gemeenten spraken af om tienduizend statushouders versneld in tijdelijke locaties te huisvesten. Gemeenten gingen daarvoor nadrukkelijk op zoek naar kleinschalige en tijdelijke opvangmogelijkheden, zoals kantoorpanden.
Uit cijfers, opgevraagd door Nieuwsuur bij het Platform Opnieuw Thuis, blijkt dat het tijdelijk huisvesten amper is gelukt. Platform Opnieuw Thuis is opgericht om gemeenten te ondersteunen in het huisvesten van statushouders.
Het is echt een kwestie van geld.
Volgens Marco Florijn, ambassadeur van het platform, komt dat door verschillende redenen. Zo willen sommige gemeenten statushouders toch liever huisvesten in bestaande woningen. Ook geven veel gemeenten aan dat ze nog in de planfase zitten.
Honderd euro
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten zegt dat het komt omdat de vergoeding die gemeenten krijgen te laag is. "Het is echt een kwestie van geld", zegt een woordvoerder. In de regeling die vorig jaar gold kregen gemeenten honderd euro per vluchteling per week, dat is nu de helft.