Internetkabels in een wifi-router

De opmars van het 'Internet der Dingen'

  • Silvia Pilger

    Techredacteur

  • Silvia Pilger

    Techredacteur

Het moet een nieuw internettijdperk inluiden, zoals eerder bijvoorbeeld het online shoppen, en later het gebruik van sociale media: The Internet of Things, een internet waarop geen personen zijn aangesloten, maar dingen. Amsterdam is inmiddels volledig gedekt door het nieuwe netwerk, dat de revolutie mogelijk maakt.

In Nieuwsuur vanavond de initiatiefnemers van The Things Network, Leonard Witkamp, bijzonder hoogleraar Telemedicine aan het AMC en David Langley, hij onderzoekt Internet, Innovatie en Strategie bij TNO en de RuG.

De opmars van het 'Internet der Dingen'

Kilometers

Een stoep die zelf vertelt of het glad is. Een kade aan de Amsterdamse haven die aan een schipper laat weten of er nog plaats is om aan te meren of een sensor aan je fiets zodat je niet vergeet waar je hem hebt neergezet. Binnenkort kunnen veel meer apparaten in Nederland 'praten', via het zogenoemde internet der dingen.

Wienke Giezeman en Johan Stocking, internetondernemers van The Things Network
De binnenkant van een LoRaWAN gateway van The Things Network

In Amsterdam heeft The Things Network een eigen LoRaWAN-netwerk opgezet. Een netwerk dat niet geschikt is om muziek te streamen of foto’s te versturen, maar wel simpele informatie kan doorsturen, bijvoorbeeld of de lamp in een lantaarnpaal nog werkt. Eén netwerkpunt - een zogenaamde Gateway - heeft een bereik van vele kilometers.

Johan Stokking van The Things Network, legt het uit: "We kennen het internet als het ‘internet of humans’, dus het internet dat op telefoons, computers en laptops aanwezig is. Dat kun je gebruiken om berichtjes met foto’s en video’s of e-mails te versturen. Je gebruikt dan bijvoorbeeld WiFi, Bluetooth of 3G. Maar dingen - zoals deuren, parkeerplaatsen of afvalcontainers - die hebben maar een hele beperkte bandbreedte nodig."

Communicerende dingen

Misthoorn

Stokking vergelijkt het met geluid. "Als je een lage frequentie hebt, zoals het geluid van een misthoorn, dan reikt dat geluid heel ver. Als je een geluid hebt met een hoge frequentie dan komt dat minder ver."

Een binnenvaartschipper die te vroeg aankomt bij de Haven van Amsterdam, kijkt via een app op zijn telefoon waar hij kan aanmeren om te wachten tot hij verder kan naar de losplaats. Het havenbedrijf ziet via de sensoren in de havens waar het wel en niet druk is en kan daarmee beslissen of er kades verplaatst of bijgebouwd moeten worden.

Een van de projecten met het nieuwe LoRAWan-network in Amsterdam is het aanbrengen van sensoren in de Haven van Amsterdam. "We hebben nu al sensoren die helpen om wat we doen, beter te doen. Zoals sensoren die de luchtkwaliteit meten. Of sensoren aan de kade om te zien wat de kadebezetting is. Maar die hebben nog allemaal een eigen simkaart nodig en een dure internetverbinding", zegt Nataly Katan, innovatiemanager bij het Havenbedrijf Amsterdam.

De sensoren die met het nieuwe LoRaWAN-netwerk werken, hebben geen simkaart en verbruiken veel minder stroom. Ze zijn dus een stuk goedkoper.

Keerzijde

Onderzoeker David Langley denkt dat er vooral positieve kanten zitten aan het nieuwe netwerk. "Voor de economie is het goed omdat er nieuwe diensten bedacht gaan worden. Maar het kan ook zijn keerzijde hebben: een inbreker kan sensoren plaatsen bij verschillende huizen om te zien waar de minste beweging is of waar het minst geluid vandaan komt om daarmee een goede afweging te maken waar we of niet in te breken."

Het Amsterdamse Things Network werkt er hard aan om ook andere steden in de wereld aan te sluiten op het netwerk. Groepen vrijwilligers van New York tot Hilversum en van Teheran tot Londen zetten de benodigde netwerkpunten (gateways) op daken om het netwerk dekkend te maken.

De verwachting is dat de wereldwijde omzet in Internet of Things-produkten en -diensten de komende vier jaar zal stijgen tot boven de 600 miljard dollar, zo blijkt uit onderzoek van ABN Amro.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl