Volgens burgemeester Ahmed Aboutaleb is het niet te ontkennen dat de strijd van Islamitische Staat met de islam te maken heeft. "De IS-strijders halen hun argumentatie uit de islam. Het is argumentatie waarmee twee kanten kan worden opgegaan, en zij gebruiken het om geweld te gebruiken."
Hij is door de gebeurtenissen van het afgelopen jaar, zoals de aanslagen in Parijs, zelf niet anders naar de islam gaan kijken. "Maar ik verwonder me wel over de logica die sommige mensen menen te vinden in de koran om te moorden. Dat vind ik ongelooflijk storend."
Nieuwsuur kijkt met de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb terug op het jaar 2015, het jaar waarin Parijs tot tweemaal toe werd getroffen door een terreuraanslag uit naam van de islam.
Drie keer geraakt
Aboutaleb noemt 2015 een verdrietig jaar. "Wereldwijd zijn er enorm veel slachtoffers gevallen, zeker in het Midden-Oosten. Als die aanslagen dichtbij komen, maakt dat het verdriet nog groter." Hij doelt daarbij op de recente aanslagen in Parijs. "Die waren bijzonder wreed. Mensen zaten gewoon op een terrasje en werden neergeknald."
Dat verdriet voelt hij ook persoonlijk. "Parijs raakt mij drie keer: als democraat, ik vind dat je over verschillen moet kunnen spreken, als moslim, omdat deze lui met de koran in de hand zich gelegitimeerd voelen om te moorden, en als Marokkaan, omdat veel strijders daar wortels hebben."
Oorlog met IS
De burgemeester sprak zich eerder al duidelijk uit over IS. Zo zei hij na de aanslagen in Parijs vorige maand dat het tijd is om IS "weg te vagen". Hij sluit zich aan bij de uitspraak van premier Mark Rutte dat we in oorlog zijn met IS.
"Ik ben geen oorlogszuchtig mens, maar ik denk dat er geen politieke oplossing mogelijk is in het gebied met IS. Daar gaat IS niet aan meedoen, zij geloven niet in democratie. Ze gaan ook niet vrijwillig opzij, dus zal je ze opzij moeten duwen", zegt Aboutaleb.
Stelling nemen
De burgemeester zei na de aanslagen in Parijs ook dat de islamitische gemeenschap van zich moet laten horen. "Want deze gebeurtenissen keren zich in de eerste plaats tegen moslims in Europa. Volgens mij moeten alle vredelievende moslims in Europa hier krachtig stelling tegen nemen."
Hij benadrukt in Nieuwsuur dat mensen zich niet hoeven te verantwoorden voor het geweld. "Maar ik roep ze wel op mee te doen aan het publieke debat en zich uit te spreken. Daar ligt een maatschappelijk medicijn in besloten om de maatschappij stabiel en rustig te houden."
Hij vindt wel dat we moeten oppassen dat moslims in het debat over de islam niet "naar de rand worden geduwd". Hij verwijst daarbij naar de betogingen van Front National in Frankrijk en de Pegida-beweging in Duitsland, maar ook het debat in Nederland. "Moslims moeten niet murw worden geslagen, zodat ze daardoor geen boodschap meer hebben aan het grote verhaal van de samenleving waar ze deel van uitmaken."