Eurogroepvoorzitter Jeroen Dijsselbloem heeft in het voorjaar van 2015 bij de Griekse premier Alexis Tsipras persoonlijk aangedrongen op het vertrek van diens belangrijkste onderhandelaar en minister van Financiën Yanis Varoufakis. Dat zegt Dijsselbloem in een reconstructie die Nieuwsuur maakte van de onderhandelingen tijdens de Griekse crisis.
Nieuwsuur spreekt voor de reconstructie met Eurogroepvoorzitter Jeroen Dijsselbloem, de Griekse oud-minister van Financiën Yanis Varoufakis, de Finse minister van Financiën Alexander Stubb en met Peter Kažimír, de Slowaakse minister van Financiën. Zij vertellen openhartig over wat zich achter de schermen heeft afgespeeld.
Aftreden
Dijsselbloem vertelt aan Nieuwsuur dat de verhouding binnen de Eurogroep tussen de andere ministers en Varoufakis zodanig verziekt was, dat er geen basis meer was voor gesprek. In een telefoongesprek dat Dijsselbloem met Tsipras voert, dringt hij aan op het aftreden van Varoufakis.
Tsipras zegt daarop - volgens Dijsselbloem "terecht" - dat de Eurogroepvoorzitter daar niet over gaat, maar de Griekse regering. Niettemin wordt de rol van Varoufakis na dit telefoongesprek al snel kleiner en verandert Tsipras de samenstelling van het Griekse onderhandelingsteam.
Het was duidelijk dat wij geen goede samenwerking konden hebben, omdat van meet af aan sprake was van bedreiging, van chantage.
Al in februari ziet Dijsselbloem geen reden meer om nog rechtstreeks zaken te doen met Varoufakis, als deze op het allerlaatste moment een streep haalt door een deal met de Eurogroep. "Als Varoufakis niet het mandaat heeft om te onderhandelen en deals te sluiten, dan ga ik dat maar met de premier doen."
Dit leidt uiteindelijk tot ontmoetingen in de Brusselse hotelkamer van Tsipras, waar beiden zoeken naar een manier om het proces weer vlot te trekken. Volgens Dijsselbloem "een gedurfde manoeuvre" omdat hij uiteindelijk samen met Tsipras een verklaring uitgeeft, zonder Varoufakis.
Geen concessie
Varoufakis spreekt in het gesprek met Nieuwsuur van bedreiging en zelfs chantage. "Het was duidelijk dat wij geen goede samenwerking konden hebben, omdat van meet af aan sprake was van bedreiging, van chantage. Er was weinig ruimte voor discussie. De uitdrukkelijke visie was: dit is het programma. Het loopt stuk, met alle gevolgen van dien, of het wordt geaccepteerd."
Terugblikkend is Varoufakis van mening dat premier Tsipras het 'nee' van het Griekse referendum had moeten blijven volgen en geen concessies had moeten doen. "De dreiging dat Griekenland uit de euro zou worden gegooid, was een ongeloofwaardige dreiging. Ze zouden het nooit hebben kunnen doen omdat het onwettig zou zijn."
‘Duitsers wilde het niet goedkoop weggeven’
Toch werd er in het tweede weekend van juli een akkoord gesloten. Niet alle betrokkenen dachten op dat moment dat dit nog mogelijk was. Het vertrouwen was verdwenen na maanden onderhandelingen zonder resultaat en het Griekse referendum over het nieuwe steunprogramma. Om dat vertrouwen terug te winnen moesten de Grieken door het stof.
Zo had Wolfgang Schauble op zaterdag 11 juli een aantal nieuwe voorwaarden op tafel gelegd, waaronder een privatiseringsfonds dat 50 miljard zou moeten opleveren en geplaatst zou moeten worden in Luxemburg. Iets waar de Grieken in eerste instantie niet mee akkoord konden gaan. “Dat was een helder politiek signaal dat de Duitsers het niet goedkoop zouden weggeven”, aldus Dijsselbloem over het Duitse voorstel, “Er was toen zeker een moment waarop ik dacht ‘men wil er niet uitkomen’: de Duitsers. Tegelijkertijd is het mes op tafel, de dreiging: ‘u kunt ook de eurozone verlaten’, dat mes is blijven liggen.”