De ondernemingsraad van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft het vertrouwen opgezegd in directeur Reinout Woittiez. Hij moet de komende tijd de door de politiek opgelegde bezuinigingen doorvoeren, maar volgens de OR heeft Woittiez dat beleid onvoldoende onderbouwd.
Volgens de raad is er niet genoeg zekerheid dat de bezuinigingen worden gehaald. Ook stelt de OR dat de "wetenschappelijke integriteit en objectiviteit van het instituut onvoldoende zijn geborgd". Woittiez is pas sinds vorig jaar september directeur van het NFI.
In Nieuwsuur is Marnix Hoitink te gast. Hij is de voorzitter van de ondernemingsraad van het NFI. Hij legt in de uitzending verder uit waarom de OR het vertrouwen in Woittiez heeft opgezegd.
Zestig voltijdbanen
Op last van het kabinet levert het NFI de komende tijd 13 procent van zijn budget in. Eerder vandaag kwam een interne notitie naar buiten waarin het Openbaar Ministerie, de Nationale Politie en het NFI waarschuwen dat door de bezuinigingen het oplossen van misdrijven in gevaar komt.
De organisaties stellen dat er zestig voltijdbanen extra nodig zijn om de extra prioriteiten te halen. Alleen al die loonkosten vragen om een structurele investering van 6 miljoen euro. Dit terwijl de geplande bezuinigingen juist tientallen banen bij het instituut zullen kosten.
Volgens het OM, de politie en het NFI moeten veertien van de dertig expertisegebieden van het instituut worden opgedoekt om genoeg geld vrij kunnen te spelen voor de nieuwe prioriteiten van het kabinet. Dat zou ten koste gaan van bijvoorbeeld vingersporenonderzoek en onderzoek naar schotresten, wapens en munitie.
Geen banen erbij
Volgens minister Ard van der Steur van Veiligheid en Justitie zal het NFI altijd te weinig capaciteit hebben om al het werk te doen. "Het is daarom belangrijk dat het OM en de politie steeds zelf aangeven bij het NFI welke zaken met voorrang behandeld moeten worden. Zo werkt het bij het NFI."
De minister denkt niet dat er op korte termijn banen bij komen bij het NFI. "De laatste jaren is het NFI al efficiënter gaan werken, maar het kan nog veel efficiënter. Er zijn verbeteringen denkbaar en we hebben geen onbeperkte middelen. We moeten kijken hoe we het geld het beste kunnen besteden."