Zeeland krimpt, maar niet overal. Het is vooral in Zeeuws-Vlaanderen en Schouwen-Duiveland waar de krimp zichtbaar is. De grootste gemeente in Zeeuws-Vlaanderen, Terneuzen, sloopt kleine schooltjes om de krimp te lijf te gaan. En de helft van alle basisscholen, 18 van de 36, zullen moeten sluiten.
Zo ging basisschool ‘de Zeemeeuw’ voor de zomervakantie dicht. De 45 leerlingen die er nog waren, is maar een schijntje vergeleken bij de 300 leerlingen die directeur Edie Boogaert als beginnend onderwijzer 40 jaar geleden aantrof.
Wethouder Cees Liefting ziet hoe scholen tevergeefs met elkaar concurreren om leerlingen aan te trekken. Hij probeert ze juist te laten samenwerken, sloopt de kleine schooltjes en maakt een nieuwe brede school met jeugdgezondheidszorg, kinderopvang en bibliotheek.
Toch leefbaar
Elk dorp vecht voor het voortbestaan van zijn schooltje, bang dat het dorp zonder school onleefbaar zal worden. Onderzoeker Dick van der Wouw van het Planbureau Zeeland weet uit eigen onderzoek en dat over andere krimpgebieden, dat het voor de leefbaarheid van een dorp niet uitmaakt of er een school is of niet.
De krimp kruipt langzaam van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Op het Zwincollege in Oostburg op Zeeuws-Vlaanderen, dat onderwijs biedt van op vmbo-niveau tot en met het gymnasium, zaten tien jaar geleden nog tweeduizend leerlingen. Volgend jaar zijn het er nog geen duizend.
Samenwerking
De school zoekt daarom samenwerking met andere scholengemeenschappen. In het nieuwe schooljaar gaat een speciale techniekklas voor het vmbo van start op een andere scholengemeenschap. De scholen zorgen er samen voor dat hun leerlingen vervoerd worden naar dat ene dure technieklokaal dat afzonderlijk niet meer te bekostigen is.