Op de Westelijke Jordaanoever is vandaag de vader van de Palestijnse peuter, die vorige week werd gedood bij een aanslag, overleden aan zijn verwondingen. Radicale joodse kolonisten gooiden brandbommen naar het huis van het gezin.
Er zijn vaker aanvallen van radicale kolonisten op Palestijnse doelen, maar het gebeurt niet vaak dat daarbij doden vallen. In Israël groeit de ongerustheid over het geweld van extreem-rechtse Israëliërs.
In Nieuwsuur een gesprek met Yariv Oppenheimer, voorzitter van de Israëlische vredesbeweging Vrede en Nu.
Wraak
De huizen stonden in het dorp Douma, bij Nablus, dat wordt omgegeven door drie Joodse nederzettingen. Na de aanslag waren de muren van het huis van het gezin beklad met teksten als "Wraak" en "Lang leve de Messias".
De aanvallen zijn bedoeld als wraak voor acties van de Israëlische regering. Volgens correspondent Monique van Hoogstraten zou dit een wraakactie kunnen zijn voor het neerhalen van woningen in een joodse nederzetting.
Terreurdaad
Premier Benjamin Netanyahu noemde de aanslag een terreurdaad en beloofde de daders te straffen. Meerdere joodse extremisten zijn aangehouden, maar nog niemand is beschuldigd van directe betrokkenheid bij de aanval.
Oppenheimer vindt dat er meer moet gebeuren. "We hebben niet te maken met een paar misdadigers, maar met een ideologische organisatie op de Westelijke Jordaanoever. Daar moeten maatregelen voor komen. "
Protesten
Het kabinet besloot na de aanslag het mogelijk te maken om ook joodse verdachten vast te houden zonder proces. Dat kon voorheen alleen met Palestijnse verdachten. "Als je kijk naar Israëlische terroristen in het verleden kijkt, hebben die wel straffen gekregen maar niet altijd de zwaarste. Sommige zijn zelfs vervroegd vrij gelaten", zegt Oppenheimer.
In verscheidene Israëlische steden is afgelopen week geprotesteerd tegen geweld van extreem-rechtse Israëliërs. In Tel Aviv sprak de oom van het kindje dat om het leven kwam. "Ze verbrandden een familie die rustig lag te slapen, een familie die niet geloofde in geweld."