Het vertrek van NS-topman Timo Huges, de Fyra-verhoren, en fraude bij de aanbesteding van het openbaar vervoer in Limburg. Keer op keer zijn er problemen tussen de NS en de enige aandeelhouder: de Nederlandse overheid.
Moet het vervoer op het spoor anders worden geregeld? VVD en D66 vinden van wel, maar de PvdA en SP willen niets weten van verdere privatisering. Minister Dijsselbloem van Financiën en staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur willen geen grote veranderingen in de spoormarkt voor NS en andere vervoerders.
De discussie over concurrentie op het spoor laait weer op. Nieuwsuur spreekt met NS-kenner Maarten Veraart, hoogleraar economie Harry Garretsen en voormalig NS International-directeur, Frits Marckmann.
De gebeurtenissen van de afgelopen weken hebben Maarten Veraart, organisatie-adviseur, niet verbaasd. "Deze staan niet op zichzelf. De verhoudingen tussen de NS aan de ene kant en het ministerie van Financiën en Infrastructuur en Milieu aan de andere kant zijn zeer fragiel. Ook uit de Fyra-verhoren blijkt dat de verhoudingen dramatisch zijn."
De NS bevindt zich in een onmogelijk spagaat, stelt Veraart. De NS is een staatsbedrijf dat op afstand van de overheid is geplaatst. "Het idee daarvan is dat de NS verantwoordelijk is voor eigen bedrijfsvoering, maar op hoofdlijnen wordt aangestuurd door de overheid. In de praktijk is daar nooit iets van terechtgekomen."
Schemergebied
Dat komt volgens Harry Garretsen, hoogleraar economie aan de Rijksuniversiteit Groningen, omdat de NS zich bevindt in het schemergebied tussen een geprivatiseerd en staatsbedrijf in. "Dat leidt keer op keer tot frictie. De overheid bemoeit zich steeds weer met het bedrijf. Zo kan de NS nooit op eigen benen staan."
Garretsen ziet het vaker misgaan bij publieke diensten die worden geprivatiseerd. "Bij woningcorporaties, het hoger onderwijs en energiebedrijven: de overheid kan maar moeilijk loslaten."
Alleen de regionale lijnen zijn aanbesteed, maar het hoofdnet wordt nog altijd onderhands gegund aan de NS.
In de jaren negentig werd door de overheid marktwerking geïntroduceerd in de spoorsector. Zo werden Prorail en de NS twee bedrijven en moest het spoornet aanbesteed worden. Concurrentie onder vervoerders moest tot betere prestaties leiden, en meer mensen de trein in krijgen.
"In de praktijk heeft de overheid daar weinig van waargemaakt. Alleen de regionale lijnen zijn aanbesteed, maar het hoofdnet wordt altijd nog onderhands gegund aan de NS", zegt organisatie-adviseur Veraart. "Ook bij de aanbesteding van de HSL-Zuid is alles gedaan om het onderhands te gunnen aan de NS."
De splitsing van Prorail en de NS had daarom niet gehoeven, stelt hoogleraar Garretsen. "Deze ambigue situatie is nergens goed voor. De NS en Prorail behartigen nu te veel hun eigen belangen en dat staat een goede samenwerking in de weg. Daarnaast is de NS de hoofdaanbieder gebleven, de splitsing had eigenlijk niet gehoeven."
Zorg dat degene die verstand heeft van de spoorwegen weer aan de knoppen zit.
Volgens Frits Marckmann, oud-directeur NS Internationaal, is het spoor niet geschikt voor marktwerking. "Spoorwegen is een zaak van de lange termijn. Het aanleggen van een lijn duurt vijftien jaar, bestellen van goed materieel zeven jaar. Dat kun je niet aan de grillen van de markt overlaten.
Daarnaast vindt hij dat de staat het hogere doel van privatisering uit het oog heeft verloren: een goed spoorwegnet. Het ontbreekt de overheid, volgens Marckmann, aan kennis van zaken over het spoor. "Zorg dat degene die verstand heeft van de spoorwegen weer aan de knoppen zit."