Kamerleden overleggen met op de achtergrond staatssecretaris Van Rijn

Experts: Van Rijn shopt selectief in cijfers SVB

  • Daniël Heeringa

    redacteur

  • Judith Pennarts

    verslaggever zorg

  • Daniël Heeringa

    redacteur

  • Judith Pennarts

    verslaggever zorg

Voorafgaand aan het debat morgen over de pgb-problemen maakten Nieuwsuur-verslaggever Judith Pennarts en redacteur Daniël Heeringa een online reportage over de cijfers van staatssecretaris Van Rijn.

Staatssecretaris Martin van Rijn schetst een te rooskleurig beeld van het aantal op tijd betaalde pgb-declaraties. Dat zeggen drie experts op het gebied van statistiek tegen Nieuwsuur.

Volgens de deskundigen trekt Van Rijn verkeerde conclusies uit een steekproef van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Marcel Das, hoogleraar econometrie en dataverzameling aan de Universiteit van Tilburg: "Wat de staatssecretaris feitelijk aan de Kamer heeft gemeld op basis van deze rapportage is niet correct. De manier waarop het nu geformuleerd is, vind ik zelfs misleidend."

Experts: Van Rijn shopt selectief in cijfers SVB

Met ingang van 1 januari is de SVB verantwoordelijk voor de uitbetaling van het persoonsgebonden budget (pgb). Sindsdien regent het klachten van zorgverleners die niet of te laat krijgen betaald. De Tweede Kamer gaf Van Rijn tot 15 mei de tijd het betalingssysteem weer op orde te krijgen.

Op 18 mei schrijft Van Rijn aan de Kamer dat de problemen grotendeels voorbij zijn: "Alle in januari, februari en maart ingekomen correcte declaraties zijn inmiddels betaald, tussen de 94 en 95 procent van de op of na 1 april ingediende correcte declaraties wordt binnen 5 à 10 werkdagen betaald, maandloners worden door de SVB regulier in de lopende maand uitbetaald." De staatssecretaris baseert zich op een rapportage van de Auditdienst van de SVB en gebruikt de gegevens uit de week voor 15 mei.

Willekeurig percentage

Hoogleraar Marcel Das, expert op het terrein van steekproeftrekkingen, zegt tegen Nieuwsuur: "Die 94 tot 95 procent ontleent Van Rijn aan een tabel in het rapport. Daarbij kiest hij een willekeurige week, week 8. Daarin staat het percentage van 95 procent." In de weken daarvoor werd 91 of 84 procent van de 'betaalbaar gestelde declaraties' op tijd betaald. "Dat had hij evengoed kunnen nemen. Het is mij niet duidelijk waarom nou specifiek die week eruit pikt," zegt Das.

"Die 95 procent klopt alleen als je het hebt over de uitbetaling van (correcte) declaraties die zijn ingediend na 1 april en uitbetaald in de week van 15 mei," meent Hein Kloosterman, expert op het gebied van statistische audits. Kloosterman werkte jarenlang bij de Belastingdienst en doceerde aan Nyenrode en de Erasmus Universiteit. "Als je het hele rapport leest, dan geeft 87 tot 90 procent een beter beeld van hoe het gaat met alle uitbetaalde declaraties."

10.000 zorgverleners

Ook Tonny Wildvank, zelfstandig ICT-adviseur en voormalig vice-president bij CapGemini, vindt dat Van Rijn niet 95 procent, maar 87 procent had moeten noemen. "Dat is de enige conclusie die je feitelijk kunt trekken." Marcel Das sluit zich daarbij aan: "Dat is ook een constatering die de SVB zelf doet. Zij stellen zelf dat die 87 procent een doorlooptijd heeft gekend van 10 werkdagen en het rapport vermeldt of het om 94 of 95 procent gaat."

Tonny Wildvank vindt dat het verschil tussen 95 en 87 procent niet mag worden onderschat: "Dat zijn meer dan 10.000 zorgverleners die hun geld niet op tijd krijgen."

Volgens Hein Kloosterman laten de verschillende steekproeven zien dat het beeld van de afzonderlijke weken 'geen stabiele situatie' weergeeft. "Ze laten eigenlijk geen tendens zien. Eigenlijk is alleen het beeld van de laatste week gebruikt en zijn de oude gegevens weggefilterd."

Andere methode

Volgens de statistiek-experts had de SVB wel degelijk een andere, betere steekproef kunnen doen van de ingediende declaraties. "Wat je feitelijk zou willen hebben, is een antwoord op de vraag die de Kamer heeft gesteld: welk percentage van de ingediende declaraties wordt op tijd betaald? Die vraag wordt niet beantwoord," zegt de Tilburgse hoogleraar econometrie Marcel Das.

"Ze hadden feitelijk gewoon 600 declaraties kunnen pakken en handmatig verifiëren of die wel of niet betaald zijn. Het lijkt me dat dat mogelijk moet zijn. Want het zou van de zotte zijn dat bij een ingediende declaratie op enig moment niet geverifieerd kan worden of deze wel of niet betaald is en binnen de gestelde termijn."

Over maandloners

De statistiek-deskundigen hebben ook kritiek op de conclusie van Van Rijn dat de uitbetaling van de maandloners nu goed zou lopen. Dat valt niet op te maken uit het onderzoek van de SVB, stellen de experts. De SVB heeft tot en met 7 mei gemeten of de maandloners hun salaris over de maand maart hebben ontvangen.

Maar zorgverleners met een vast maandloon (eenderde van de pgb-zorgverleners) moeten hun salaris krijgen aan het eind van de maand en er is geen meting gedaan op 31 maart. Alleen door te meten aan het eind van de maand kun je vaststellen of mensen op tijd hun geld hebben ontvangen.

De SVB schrijft in een reactie: "Om aan te kunnen geven welke maandloners er op 31 maart zijn betaald, moeten we een query draaien, dat kost meer dan een dag en veel capaciteit." Dat is tot nu toe niet gedaan.

Bekijk de reacties hier, van het ministerie zelf, maar ook van Kamerleden van alle partijen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl