B.B. King

Koning van de blues overleden

Meer dan een halve eeuw lang heeft gitarist en singer-songwriter B.B. King een stempel gedrukt op de blues- en r&b-muziek. Hij bracht ruim vijftig platen uit, waarvan vele klassiekers zijn geworden. Tot zijn bekendste nummers horen: The Thrill is Gone, Sweet Sixteen, Please Love Me, You Upset Me Baby en You Don't Know Me.

Blueslegende B.B. King is op 89-jarige leeftijd overleden. Hij wordt als een van de grootste blueszangers van de vorige eeuw beschouwd.

In Nieuwsuur een gesprek met Richard van Bergen, gitarist van de bluesband Rootbag over wat B.B. King heeft betekend voor de blues.

Koning van de blues overleden

King ontwikkelde een duidelijk herkenbare eigen speelstijl waarin invloeden uit de traditionele blues, jazz, swing en pop vermengd werden. B.B. King wordt gezien als een van de grootste bluesartiesten aller tijden. Het muziekblad Rolling Stone plaatste hem op de derde plaats in een lijst van de honderd beste gitaristen.

Muziekjournalist Leo Blokhuis onderschrijft de pioniersrol van King. "Hij bleef voor de popliefhebber altijd een beetje onder de radar, maar hij was wel een van de grootste blues-mannen van de vorige eeuw", zegt Blokhuis. Commercieel succes was nooit zijn grootste drijfveer. "Hij maakte geen hits; hij maakte de muziek die hij moest maken: de blues."

  • AFP
    B.B. King met Bono van U2 in Los Angeles (2008)
  • EPA

King had een kenmerkende stijl van gitaarspelen, zegt Blokhuis. "Hij speelde vrijwel nooit akkoorden, maar altijd losse noten. Een kristalhelder geluid, en dan het liefst 'bending notes', waarbij je op de snaar drukt zodat je een toonverandering krijgt. Zijn stijl is door velen geïmiteerd, maar door niemand geëvenaard."

Lucille

King speelde altijd op Gibson-gitaren die hij Lucille noemde. Die traditie ontstond na een optreden in 1949 waarbij de zaal in brand vloog. Twee ruziënde mannen hadden een vat brandende benzine omgestoten, dat dienst deed als zaalverwarming. Toen King al veilig buiten stond bedacht hij dat zijn gitaar nog binnen lag. Met gevaar voor eigen leven ging hij terug het brandende gebouw in om het instrument te halen.

Later hoorde hij dat de mannen ruzie hadden om een vrouw met de naam Lucille. Hij besloot zijn gitaar zo te noemen om hem eraan te herinneren nooit meer zoiets doms te doen. Ook al zijn volgende gitaren noemde hij Lucille.

Jamsessie Obama, King en Jagger in het Witte Huis

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl