Opgeslagen BKR-kunst

Zeker 42.000 kunstwerken in gemeentelijke kelders

  • Annephine van Uchelen

    redacteur cultuur

  • Gert Janssen

    verslaggever

  • Annephine van Uchelen

    redacteur cultuur

  • Gert Janssen

    verslaggever

Nederlandse gemeenten hebben nog tienduizenden kunstwerken uit de tijd van de Beeldende Kunstenaars Regeling in hun bezit. Bij 193 gemeenten liggen, bijna dertig jaar na dato, tenminste nog 42.000 kunstwerken onzichtbaar voor publiek, opgeslagen op zolders, in kelders en in depots. Dat blijkt uit een enquête van Nieuwsuur.

Vanavond in Nieuwsuur de uitkomst van een enquête naar het gemeentelijk bezit van BKR-kunst.

Zeker 42.000 kunstwerken in gemeentelijke kelders

Van de 391 ondervraagde gemeenten reageerden 193 gemeenten op de enquête. Zij hebben in de BKR-periode (1956-1987) in totaal bijna driehonderdduizend kunstwerken in beheer gekregen. Daarvan zijn nu nog ruim 55.000 werken in bezit bij de gemeenten. Het leeuwendeel daarvan is onzichtbaar voor het publiek.

Vochtige kelders

"De werken hangen soms op tochtige zolders of in vochtige kelders. Het is de hoogste tijd dat gemeenten iets aan die BKR-voorraad gaan doen. Of weer onder de mensen brengen, of in het uiterste geval maar weg doen", zegt Rik Vos, voormalig beheerder van de BKR-collectie van het Rijk.

Veel gemeenten zitten sinds het afschaffen van de regeling met de kunstwerken in hun maag. "Het is een gegeven paard dat in de bek gekeken moet worden", zegt Rick Vercauteren. Als directeur van het Venlose Museum Van Bommel van Dam is hij verantwoordelijk voor de zevenhonderd BKR-werken van zijn gemeente.

"Er is al 27 jaar niks mee gedaan. We gaan er nu actief naar kijken. De regels van de overheid bepalen dat we het werk eerst aan de makers moeten aanbieden. Willen zij het niet hebben dan bieden we het collega-instellingen aan of bijvoorbeeld aan scholen. De laatste variant is veilen of afstoten."

Gemeentelijke commissie

De BKR-regeling werd in 1956 ingevoerd, en had de bedoeling om kunstenaars een zelfstandig maatschappelijk bestaan te garanderen. Een kunstenaar mocht werk bij een gemeentelijke commissie inleveren die het beoordeelde. De kunstenaar ontving in ruil een bedrag waarvan hij of zij kon leven. Een deel van de werken ging naar de Rijkscollectie, het resterende deel kwam in beheer van gemeenten.

Natte doeken inleveren

Hoewel de regeling met de beste bedoelingen in het leven werd geroepen, ging hij ten onder aan zijn eigen succes. Steeds meer kunstenaars maakten er gebruik van. De kunstwerken, niet altijd van even goede kwaliteit, stapelden zich op in depots.

Nog altijd gaan er indianenverhalen dat een enkeling de avond van tevoren wat verf op een doek spetterde en met de nog natte stukken onder de arm naar de commissie stapte om geld te krijgen. Waar of niet, feit is dat veel kunstenaars baat hadden bij de regeling, die hen een bestaan garandeerde.

Lastige erfenis

Ook kwam veel uitstekend werk in belangrijke musea en gemeentelijke - en rijkscollecties terecht. Bekende namen als Karel Appel en Jan Sierhuis konden mede dankzij de regeling een naam opbouwen. Maar een groot deel van de werken was minder makkelijk onder te brengen en de opslag werd niet altijd even zorgvuldig gedaan. Voor veel gemeenten geldt de BKR-collectie als een lastige erfenis van vorig beleid.

Opgeslagen BKR-kunst
Rick Vercauteren, directeur van Museum Bommel van Dam in Venlo in zijn museum

Meeste BKR-kunst in Rotterdam

Groningen staat met een BKR-voorraad van bijna veertienduizend kunstwerken op de tweede plaats van alle gemeenten die hebben geantwoord. Rotterdam heeft de grootste voorraad BKR-werk in depot: maar liefst vijftienduizend stukken.

Bij het deel dat we willen afstoten moeten we nagaan wie de kunstenaars waren en hen uitnodigen. Dat is een behoorlijk arbeidsintensief werk.

Ove Lucas, directeur van het Centrum Beeldende Kunst in Rotterdam

"Als grote stad heeft Rotterdam automatisch ook een grote voorraad BKR-werk opgebouwd", vertelt Ove Lucas, directeur van het Centrum Beeldende Kunst in Rotterdam en verantwoordelijk voor de 15.000 kunstwerken.

"Het opruimen moet je zorgvuldig doen, want je hebt te maken met auteursrechten. Bij het deel dat we willen afstoten moeten we nagaan wie de kunstenaars waren en hen uitnodigen. Dat is een behoorlijk arbeidsintensief werk." ​

Vercauteren van Museum van Bommel van Dam ondervindt dat ook. "Als je de sanering gaat uitrekenen in middelen en tijd dan zijn wij voor onze zevenhonderd werken met twee mensen minimaal een jaar bezig. Een goede behandeling van de BKR-werken is dus ook een kostenfactor."

Van kunst naar notitieblokjes

Veel gemeenten zijn op dit moment druk bezig met het afstoten van de BKR-collecties. Zo heeft Alkmaar de afgelopen jaren alle 2500 BKR-werken van de hand gedaan door teruggave of vernietiging. In Eindhoven zijn van de negenduizend stukken er zesduizend in bruikleen. En Amsterdam bood de kunst afgelopen maanden aan op de zogenaamde HPD, de herplaatsingsdatabase waar instellingen die collecties beheren, hun belangstelling kenbaar kunnen maken.

De collecties van de gemeenten Oss en Utrecht zijn ondergebracht bij de Stichting Onterfd Goed, gevestigd in de oude De Gruyterfabriek in Den Bosch. Daar worden de werken tegen gereduceerd tarief aangeboden.

Worden ze niet verkocht dan is in plaats van vernietigen ook 'hergebruik' mogelijk. "Er worden bijvoorbeeld covers van notitieblokjes van gemaakt. Door hergebruik krijgt een BKR-schilderij een nieuwe functie in de maatschappij, en blijft het dus toch voorleven", zegt Dieuwertje Weismuller van Onterfd Goed.

Een goede behandeling van de BKR-werken is dus ook een kostenfactor.

Rick Vercauteren, directeur van het Venlose Museum Van Bommel van Dam
  • Nieuwsuur
    Bij Onterfd Goed worden de schilderijen hergebruikt
  • Nieuwsuur
    En worden er notitieblokjes van gemaakt

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl