“We deden een soort wedstrijdje. ‘Jij bent een tankschutter, laat maar eens zien of je een echte man bent’ Ik probeerde rijdende auto’s te raken, en ook een fietser.” Dat vertelt een Israëlische militair over de Gaza-oorlog van afgelopen zomer aan Israëlische mensenrechtenorganisatie Breaking the Silence.
In een interview met Nieuwsuur verhaalt de tankschutter – die anoniem moet blijven - ook over andere incidenten.
Het Israëlische leger heeft in de Gaza-oorlog van vorig jaar de burgerbevolking op ongekende schaal getroffen, dat staat in een rapport van de Israëlische organisatie Breaking the Silence. Meer dan zestig militairen hebben een getuigenis aflegd aan de Israëlische organisatie van ex-militairen. Uit de getuigenissen kan opgemaakt worden dat het Israëlische leger er niet alles gedaan heeft om Palestijnse burgers te beschermen. Dat is volgens internationaal oorlogsrecht verplicht.
We deden een wedstrijdje, voor de lol, ik probeerde een fietser te beschieten.
Gazastrook
Israëlische militairen kregen vorige zomer bij het offensief op de Gazastrook, het bevel om op ongewapende burgers te vuren en huizen systematisch te vernielen. Burgers zouden zijn gevlucht, wie er toch nog rondliep was per definitie verdacht.
Wedstrijdje
"Ik probeerde een fietser te beschieten." Dat getuigt een anonieme Israëlische militair over de Gaza-oorlog van afgelopen zomer. Hij is een van de meer dan zestig militairen die een getuigenis aflegde aan Breaking the Silence. Allen soldaten en commandanten die dienden in de Gaza-oorlog.
De organisatie van ex-militairen zegt dat uit het onderzoek blijkt dat het Israëlische leger – anders dan het zelf claimt – er niet alles aan heeft gedaan Palestijnse burgers te beschermen. Dat is volgens internationaal oorlogsrecht verplicht.
‘Rules of engagement’
Uit het onderzoek komt een beeld naar buiten van zeer ruime ‘rules of engagement’ of zelfs gebrek daaraan. In de strook aan de grens waar Israël de burgers te kennen had gegeven te vertrekken, bestond volgens meerdere getuigen de opdracht: ‘shoot to kill’.“Wie je ook ziet, gewapend of ongewapend, maakt niet uit. De instructies zijn helder. Elke persoon die je tegenkomt, die je met je eigen ogen ziet – shoot to kill. Dat is een expliciete instructie.” Zo getuigt een sergeant bij de genie die in Gazastad gelegerd was.
Getuigen spreken voorts over het vernietigen van huizen zonder ‘operationeel doel’. Soms om ‘uit te lokken’, om de aanwezigheid van het leger ‘te laten voelen’, omdat er een staakt-het-vuren op komst was, uit wraak voor een gedode kameraad of ‘zomaar’.
Burgerdoden
Tijdens de Gazaoorlog van juli en augustus vorig jaar vielen - volgens cijfers van de Verenigde Naties – meer dan 2200 Palestijnse doden. Ruim 60 procent van hen burgers. Onder de doden waren meer dan 500 kinderen, en bijna 300 vrouwen. Aan Israëlische zijde vielen 71 doden, 66 van hen waren militairen. Ook de materiele schade in Gaza was groot. Zo’n 18.000 huizen werden geheel of gedeeltelijk vernietigd. Ook waterleiding en electriciteitsvoorziening liepen grote schade op.
Het onderzoek bevestigt ook wat in eerdere publicaties al is gesteld: een overmatig gebruik van de 155-mm artilleriegranaat – al bekend van de Eerste Wereldoorlog. Het is een zware granaat die niet geschikt wordt geacht om in dichtbevolkt gebied te gebruiken, omdat het onnauwkeurig is. Het kan in een relatief groot gebied (tot 150 meter van de explosie) doden en (tot 300 meter) materiele schade veroorzaken. Tijdens de oorlog zouden 34.000 155-mm granaten zijn afgeschoten, vijf keer meer dan in de Gaza-oorlog van 2008-2009. Juist omdat het geen precisiewapen is, worden vaak meerdere granaten afgeschoten om zeker te zijn dat het doelwit wordt geraakt – met alle bijkomende schade van dien.
Breaking the Silence, is een organisatie die in 2004 werd opgericht door Israëlische militairen.
Reactie leger
Het leger - dat het onderzoek van Breaking the Silence naast zich neer legt - doet zelf intern ook onderzoek naar ‘incidenten’ tijdens de oorlog. Uit de meest recente cijfers die Nieuwsuur zijn verstrekt (van half maart) blijkt dat 126 incidenten in onderzoek zijn (de meesten lopen nog) of zijn geweest (negen zijn er afgerond). Negentien van deze 126 incidenten zijn strafrechtelijk van aard. Zo loopt er een strafrechtelijk onderzoek naar de gebeurtenissen op 16 juli, waarbij vier spelende kinderen op het strand werden gedood. Ook de aanval bij een UNWRA-school in Beit Hanoun op 24 juli, waarbij 15 burgerdoden vielen, is onder de rechter.