Hoe worden senatoren gekozen?

Stemwaarde

Op 26 mei brengen alle Provinciale Statenleden hun stem uit op één van de kandidaten voor de Eerste kamer. Maar niet elk Statenlid heeft een even zware stem. De waarde van de stem van een Statenlid hangt af van het aantal inwoners in een provincie, en van het aantal Statenleden in die provincie. Daarom wordt eerst de stemwaarde berekend.

Het inwonertal van een provincie wordt gedeeld door het honderdvoud van het aantal Statenleden van een provincie. Dat is de stemwaarde. Bv. In 2011 had Gelderland 2.005.298 inwoners, en 55 statenleden. De stemwaarde werd als volgt berekend: 2.005.298 / (55 X 100) = 364,599. Dit getal wordt afgerond op een heel getal, dus 365. 365 was de stemwaarde voor Gelderland in 2011.

Stemcijfer

Vervolgens wordt het stemcijfer berekend.Alle Provinciale Statenleden in de 12 provincies brengen een stem uit op een bepaalde politieke partij. De op een partij in een provincie uitgebrachte stemmen worden vermenigvuldigd met de stemwaarde in die provincie. De uitkomst daarvan is het stemcijfer.Bv. Neem Gelderland. In 2011 waren daar 55 Statenleden. 11 daarvan stemden op de VVD. Het stemcijfer voor de VVD in Gelderland is 11 X de Gelderse stemwaarde. Dus 11 X 365 = 4015. Dat werd het stemcijfer voor de VVD in Gelderland in 2011.

Kiesdeler

Dan wordt de kiesdeler berekend. Je neemt de som van de stemcijfers van alle partijen in alle provincies (dus de som van het aantal uitgebrachte stemmen van de Statenleden per provincie vermenigvuldigd met de daar geldende stemwaarde). Dit getal deel je door het aantal zetels in de Eerste Kamer: 75.Bv. Voor Gelderland was het stemcijfer voor de VVD 4015. De stemcijfers van de andere partijen in Gelderland tel je hierbij op. En je telt er ook de stemcijfers van alle partijen in de rest van de provincies bij.In 2011 was het stemcijfer 166.072. Dit gedeeld door 75 = 2214,29.

De som

Tenslotte wordt specifiek per partij het stemcijfer in de 12 provincies opgeteld. Dit getal wordt gedeeld door de kiesdeler. Je neemt de som van de 12 stemcijfers voor bijvoorbeeld de VVD, en dat deel je door de kiesdeler. Dit getal levert het aantal zetels voor de VVD in de Eerste Kamer op. Bv. De VVD in Gelderland had als stemcijfer 4015. En in Drenthe 1080. Voor alle 12 provincies samen was het stemcijfer van de VVD 34590. Dit is de som van de stemcijfers van alle 12 provincies voor de VVD. Deze som wordt gedeeld door de kiesdeler (2214). Dus 34590 / 2214 = 15,62. Dit is het aantal Eerste Kamerzetels voor de VVD. De VVD kreeg dus in eerste instantie 15 zetels (maar na de verdeling van de restzetels werden het er 16).

Compleet voorbeeld

In 2011 kreeg het CDA in Groningen 5 stemmen, van 5 Groningse Statenleden. In dat jaar was de stemwaarde voor Groningen 135. Het stemcijfer voor het CDA was dus 5 X 135 = 675.De kiesdeler was in 2011: 2214.Het totale stemcijfer voor het CDA in heel Nederland was 24260. Dit getal gedeeld door de kiesdeler maakt 24260 / 2214 = 10.9. Het CDA kreeg daarom in eerste instantie 10 zetels. De 0.9 werden geteld bij de ‘restzetels’.

Restzetels

De verdeling van deze restzetels gaat als volgt te werk.Eerst wordt gekeken hoeveel zetels er nog over zijn. In 2011 ging het om 9 restzetels.Dan wordt per specifieke partij het stemcijfer in de 12 provincies genomen. Dat getal wordt gedeeld door het aantal behaalde ‘volle’ zetels + 1 fictieve zetel. De uitkomsten van deze berekening is het ‘gemiddelde’ voor een partij. Voor iedere partij wordt dit ‘gemiddelde’ uitgerekend. De gemiddelden worden vervolgens naar grootte gerangschikt in een lijst. De eerste restzetel gaat naar de partij met het grootste gemiddelde.Bv. Het totale stemcijfer voor het CDA in alle provincies was 24260 in 2011. Het CDA kreeg 10.9 zetels. Zonder de restzetels van 0.9 was dit dus eigenlijk 10 zetels.Voor de restzetelberekening wordt er dan 1 zetel bij de 10 opgeteld. Dat maakt 11. Dan wordt 24260 gedeeld door 11, en dat is 2205. Dit is het gemiddelde voor het CDA. Voor alle andere partijen werden ook op deze manier de gemiddelden berekend. Het getal 2205 (CDA) bleek in het lijstje met de gemiddelden van de partijen het hoogste getal. Het CDA kreeg dus als eerste 1 van de 9 restzetels.

Als er nog meer restzetels te verdelen zijn, wordt er een nieuw lijstje gemaakt. Alle gemiddelden blijven hetzelfde, maar het gemiddelde van de partij die al de eerste restzetel gewonnen heeft, wordt aangepast. Het totaal van stemcijfers voor die partij wordt nu gedeeld door het nieuwe aantal zetels + een 1 fictieve zetel. Voor het CDA geldt: 24260 wordt nu gedeeld door 12 (10 oorspronkelijke zetels, + 1 gewonnen restzetel, + 1 fictieve zetel). Dit geeft het getal 2021. De gemiddelden van de overige partijen blijven gewoon hetzelfde. Nu wordt opnieuw gekeken welke partij het hoogste gemiddelde heeft. Dat was niet langer het CDA, maar een andere partij (50PLUS). Deze partij krijgt de volgende restzetel. En dan wordt het lijstje weer aangepast voor de winnaar van de tweede restzetel..Het centraal stembureau herhaalt deze procedure, totdat alle restzetels verdeeld zijn. Als partijen gelijke aantallen stemmen behalen en er niet voldoende restzetels zijn voor eventuele toekenning ervan aan deze partijen, wordt er geloot.

Strategisch

Het kan strategisch gezien goed zijn om je restzetels aan een andere partij te geven. Als een partij uitkomt op 9.2, dan wordt dit naar beneden afgerond. Een zielsverwante partij (coalitiegenoot) zou aan die twee tiende genoeg hebben om de score op te krikken naar meer zetels. Op die manier zou de VVD bv een restzetel aan de PvdA kunnen schenken, zodat de coalitie een meerderheid houdt. Het kan ook zijn dat een partij niet wil dat zijn reststemmen in handen komen van een concurrerende partij, die is gegroeid door steun van gelijkgestemde partijen aan die kant.In deze gevallen kan het van belang zijn dat statenleden, althans enkelen, niet op een kandidaat-senator van de eigen partij stemmen maar op die van een andere partij. (Het is sinds 2010 niet meer mogelijk voor de Eerste Kamerverkiezingen een lijstcombinatie aan te gaan). Dit wordt allemaal heel precies berekend, zodat iedereen weet op welke kandidaat hij/zij moet stemmen. In het verleden is het wel eens mis gegaan, en zo verloor GroenLinks een Senaatszetel. Een GroenLinks-Statenlid stemde toen per ongeluk verkeerd. En als er ook maar iets kleins misgaat, kloppen alle berekeningen niet meer.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl