De Zuid-Chinese Zee lijkt een eindeloze bron van conflict. En niet alleen tussen de Filipijnen en China, die beiden aanspraak maken op het water. De Amerikaanse president Barack Obama beschuldigde Peking vorige week van 'intimidatie' van kleinere Aziatische landen die ook vinden dat ze recht hebben op de Zuid-Chinese Zee.
Aanleiding is de aanleg door China van zeven snelgroeiende kunstmatige eilanden in de Spratly-eilandengroep, betwist gebied in het zuiden van de Zuid-Chinese Zee. Satellieten hebben de landwinning waargenomen en vastgelegd.
In Nieuwsuur is vanavond de Belgische hoogleraar en Chinakenner Jonathan Holslag te gast. Hij schreef onlangs het boek 'Onmogelijke vrede', over het ambitieuze China dat zodanig boven zijn buurlanden uit torent dat het steeds meer argwaan opwekt.
Zeggenschap
Jaren lang al volgt het ene incident het andere op. Maar China lijkt aan de winnende hand. Met een duidelijke tactiek: Peking bezet steeds meer stukjes zee en probeert er de zeggenschap over te houden. Veel beter uitgerust dan de tegenstanders, lijkt de tactiek succesvol. De Filipijnse marine die de wacht moet houden in een wegroestend schip is niet bestand tegen de Chinezen. En dat geldt ook voor de Vietnamezen, die vlaggen planten op zoveel mogelijk rotsen.
Olie en gas
In totaal maken zes Aziatische landen aanspraak op de Zuid-Chinese Zee: China, Vietnam, de Filipijnen, Taiwan, Maleisië en Brunei. China beschouwt vrijwel de gehele zee als zijn grondgebied. In het gebied zit veel vis en de verwachting is dat er olie- en gasvelden in de bodem zitten.
China heeft veel meer geld en mankracht dan de rest van Zuidoost Azië. Alleen al de Chinese kustwacht is groter dan die van Japan, Vietnam, Maleisië, Indonesië en de Filipijnen bij elkaar en de Chinese vissersvloot is de grootste ter wereld.
De strategische ligging van de zee is van cruciaal belang voor de handel en de economie. Uit de wateren komt tien procent van de wereldvisvangst. Dat gecombineerd met mogelijk andere grote hoeveelheden natuurlijke rijkdommen, zorgt ervoor dat alle partijen op zoek gaan naar jurisdictie of soevereiniteit over het gebied.
De zes Aziatische landen eisen daarom niet alleen (een deel van) de eilanden op in de Zee, maar ook (een deel van) de jurisdictie over de zee en de zeebodem.
Dit leidt geregeld tot incidenten op verschillende plaatsen in de zee waarbij China een hoofdrol inneemt. China eist tachtig tot negentig procent van de Zuid-Chinese Zee op. In een neergelegde eis bij de Verenigde Naties claimt China dat het 'onbetwistbare soevereiniteit heeft over de eilanden in de Zuid-Chinese Zee en de aangrenzende wateren'.
Diplomatieke rellen
Het zou dan gaan om een 'historisch recht' over de Zuid-Chinese Zee gebaseerd op vissersgeschiedenis en oude kaarten. De zogenaamde 'negen-punten-grens' die China daarbij heeft aangegeven gaat rakelings langs de kust van Vietnam, de Filipijnen, Taiwan, Maleisië en Brunei, die ook aanspraak maken op stukken zee.
De andere staten leggen zich er niet bij neer en verweren zich fel. Dit leidt geregeld tot incidenten, diplomatieke rellen en anti-China-betogingen in Vietnam en de Filipijnen.