Karel Ornstein
Verslaggever
Er heerst grote onrust en onvrede onder de 1300 agenten die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid op het spoor, de snelwegen en het water. Snelwegagenten moeten nu meevaren op politieboten, agenten van de waterpolitie zitten op de trein en spooragenten zitten in snelle politieauto’s.
"Mijn kennis, mijn netwerk valt weg omdat ik niet meer op het station kom. Dat gaat ten koste van het werk”, zegt Monique Lamers, opgeleid als spoorwegagent en nu werkzaam bij de Dienst Infrastructuur.
In Nieuwsuur zeggen agenten dat er van hun politiewerk steeds minder terecht komt sinds de reorganisatie drie jaar geleden.
Noodhulp
Tientallen agenten hebben zich bij de Ondernemingsraad gemeld. Specialismes en specifieke kennis gaan verloren, zo stellen ze. Door iedereen overal in te zetten wordt het inefficiënt.
Bij de start van de Nationale Politie is bepaald dat politiespecialisten van weg, water en spoor worden ondergebracht bij de Dienst Infrastructuur van de Landelijke Eenheid van de Nationale Politie. De agenten worden dus niet alleen op hun eigen specialisme ingezet maar ook bij de andere onderdelen. Bovendien is de noodhulp overgegaan naar de regionale eenheden.
We hebben een verkeersagent mee gehad op zee. Die werd zeeziek, die man kan je niet inzetten. En dat is ook nog risicovol.
Zeeziek
Marco Raven van de vroegere Waterpolitie: “We hebben een verkeersagent mee gehad op zee. Die werd zeeziek, die man kan je niet inzetten. En dat is ook nog risicovol. Door dit soort werk gaan agenten steeds minder hard werken."
"Verkeersagenten hebben in het verleden een rijopleiding van 6 weken gehad. Die weten precies hoe het werkt en dat is niet zo bij mensen die af en toe 2 of 3 dagen dienst doen”, zegt Richard Bronswijk, voorzitter van de Ondernemingsraad van de Landelijke Eenheid van de Nationale Politie. “Dan is het meerijden opvulling maar komt van het echte werk niets terecht.”
Wij zitten naast busstation en als we die melding ook hadden gekregen, hadden we onmiddellijk actie kunnen ondernemen omdat we hier met 4 man aan het bureau zaten.
"We krijgen als landelijke dienst geen 112- meldingen meer binnen”, zegt Lamers van de spoorwegpolitie. “We waren aan het werk en zien politieauto’s van de regionale eenheid met sirenes aan komen rijden bij het station.
Dan blijkt er een mishandeling van een buschauffeur bij het station te zijn. Wij zitten naast busstation en als we die melding ook hadden gekregen, hadden we onmiddellijk actie kunnen ondernemen omdat we hier met 4 man aan het bureau zaten.”
Je mag vooral niets zeggen, het wordt gezien als negatief. Er wordt alles aan gedaan om je de mond te snoeren.
“Je mag vooral niets zeggen, het wordt gezien als negatief. Er wordt alles aan gedaan om je de mond te snoeren”, zo stelt een agent. Ook voormalige topfunctionarissen bij de politie onderschrijven tegenover Nieuwsuur dat de huidige werkwijze verkeerd is.
Mishandeling
Na de mishandeling van een conductrice in Hoofddorp, heeft het kabinet begin deze maand besloten om de spoorwegpolitie ook daadwerkelijk weer op een aantal stations in te zetten. Maar dat is niet genoeg volgens Bronswijk.
"Ik denk dat we terug moeten naar de tijd dat we bij de spoorwegpolitie trajectagenten hadden. Die waren verantwoordelijk voor een bepaald traject en daar kan je de agressie aanpakken. Juist die trajectagenten hebben goede contacten met mensen van het spoor."
Agenten worden nu op speciale projecten als aanpak mensenhandel of drugs ingezet. Maar dat moet anders: “We moeten af van het te ver doorgevoerde beleid dat de kapitein op de trein zit en dat die spoorwegpolitieagent op het verkeer zit. We willen best geïntegreerd werken, maar niet dagelijks op deze manier doorgaan”, aldus Bronswijk.
Reactie
De leiding van Landelijke Eenheid, waar de Dienst Infrastructuur onder valt laat Nieuwsuur weten: “De eenheidsleiding kent de zorgen hierover onder de medewerkers en begrijpt heel goed dat deze reorganisatie hen raakt. Zij wil hier uiterst zorgvuldig mee omgaan en is hierover in gesprek met medewerkers en de ondernemingsraad. De eenheidsleiding vindt het daarom niet passend om dit gesprek via een televisieprogramma te voeren."