Een goednieuwsshow op het hoofdkantoor van ABN Amro aan de Zuidas. De staatsbank presenteerde vandaag de laatste jaarcijfers. Die moeten aantonen dat de bank klaar is om weer zelfstandig te worden. Eind maart zou de minister van Financiën al een brief naar de Kamer sturen, om een naderende beursgang aan te kondigen.
Maar rondom de geplande beursgang rijzen steeds meer vragen. Is de bank er klaar voor? Krijgt de belastingbetaler de bijna 22 miljard euro terug die is uitgegeven aan de redding? En wordt de bank straks niet een prooi bij een vijandige overname?
Gerrit Zalm (bestuursvoorzitter ABN Amro), Arnoud Boot (hoogleraar economie) en Jeroen Smit (schrijver van ‘De Prooi’) kunnen geen van allen een positief antwoord geven op alle drie de vragen.
Is de bank er klaar voor?
"Nee", zegt hoogleraar Arnoud Boot. "Het zou een vergissing zijn als de bank dit jaar al naar de beurs zou gaan." Volgens Boot heeft de bank geen duidelijke visie en zou ABN Amro eerst sterker moeten worden. "Ik heb Zalm nog niet horen vertellen wat de missie van de bank is. Die boodschap moet hij gaan vertellen. En dat kost tijd. Die tijd moet hem worden gegund."
Gerrit Zalm is het daar niet mee eens. Bij de bank wordt de beursgang volop voorbereid. Aandeelhouders kunnen volgens de bestuursvoorzitter rekenen op een redelijk rendement; iets meer dan 10 procent. Volgens Zalm is timing niet zo’n issue. "Als het volgend jaar wordt, dan ga ik daar niet van in tranen uitbarsten."
Krijgt de belastingbetaler zijn geld terug?
Volgens de NLFI, die de aandelen ABN Amro namens de Nederlandse Staat beheert, is die kans zeer klein. De bank zou nu zo’n 15 miljard waard zijn. Tot nu toe stak de overheid bijna 22 miljard in de redding van ABN Amro. Het volle pond krijgt de belastingbetaler niet terug. Maar dat is gek genoeg helemaal niet erg, zeggen hoogleraar Arnoud Boot en schrijver Jeroen Smit.
"Een zo hoog mogelijke opbrengst van de bank lijkt in het belang van de belastingbetaler, maar uiteindelijk is dat niet zo. In het belang van de belastingbetaler is dat er een heel sterke bank komt te staan, die het Nederlandse bedrijfsleven ondersteunt", zegt Boot. Als de staat de bank te duur verkoopt, krijg je aandeelhouders die ook meer rendement verwachten. De bank zou dan meer risico's gaan nemen, denkt de hoogleraar.
Volgens ABN Amro-watcher Jeroen Smit is het ook niet erg als de staat de geïnvesteerde 22 miljard niet terugkrijgt. "Ik denk dat als de bank echt failliet was gegaan, de schade niet te overzien was geweest. Zelfs al krijgen we maar 5 of 10 miljard voor de bank, dan is het nog steeds goed dat we ABN Amro hebben gered."
Wordt de bank opnieuw prooi?
ABN Amro wil vanaf het eerste moment van de beursgang een degelijke beschermingsconstructie om een vijandige overname te kunnen tegenhouden. "Ik denk dat het voor de bank en voor Nederland van belang is dat er een goede beschermingsconstructie bestaat", aldus bestuursvoorzitter Zalm.
Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem kijkt daar iets anders tegenaan. Hij zou het liefst het onderste uit de kan halen. Een beschermingsconstructie betekent dat de bank minder aantrekkelijk is voor aandeelhouders, en dus minder geld oplevert.
Penny wise, pound foolish: op korte termijn verdien je een smak geld, maar vervolgens creëer je een bank die agressief in de markt gaat staan.
Volgens Jeroen Smit is het een duivels dilemma voor de politicus. "Ik begrijp de verleiding, dat je tegen de kiezers kunt zeggen: ik heb het er bijna uitgehaald dat geld. Maar op de lange termijn creëer je dan een perverse prikkel. Zo wordt ABN weer prooi."
"Ik denk dat iedereen het er over eens is dat we geen herhaling willen van wat er in 2007 is gebeurd", zegt bestuursvoorzitter Zalm. Volgens hem wordt er nog gesproken over de bescherming van de bank. "We hebben nog gesprekken over details, maar dat is iets waar we uit komen."
Bronnen vertellen Nieuwsuur dat de bank en het ministerie er nog niet over uit zijn en dat de discussie de beursgang wel degelijk kan beïnvloeden.